- Full text
- Revue
- Numéro 110
- Article
- Brussel (9e k.) 23 oktober 2013
Volume 2014 : 110
Le droit OHADA de l’arbitrage
La société en commandite spéciale ou l’avenir de l’industrie des fonds alternatifs au Luxembourg
J.P. Fléron 17 juin 2013
Voedselvergiftiging als geval van overmacht bij vertrek op huwelijksreis: de vlieger gaat niet op
Cass. (1e k.) AR C.12.0570.N, 7 november 2013 (Jean de Chaffoy de Courcelles / K.P., V.V., J.S.)
Cass. (1re ch.) RG C.13.0325.F, 21 février 2014 (J.-L.C. / P.B.)
Cass. (1re ch.) RG C.13.0246.F, 21 février 2014 (Ascott Investissements, Soter / Bios, Charbonnages de Gosson-Kessales e.a.)
Trib. arr. Luxembourg (Lux.) (15e ch.) n° 134611, 137139, 19 février 2014
Bruxelles (9e ch.) n° 2013/AR/1336, 30 janvier 2014
Kh. Bergen (2e k.) nr. A/13/426, 10 april 2014
Comm. Mons (2e ch.) n° A/13/426, 10 avril 2014
Comm. Charleroi (2e ch.) 10 avril 2014
Kh. Charleroi (2e k.) 10 april 2014
Kh. Namen (1e k.) 18 maart 2013
Comm. Namur (1re ch.) 18 mars 2013
Luik (14e k.) nr. 2012/RG/631, 5 september 2013
Liège (14e ch.) n° 2012/RG/631, 5 septembre 2013
Luik (14e k.) nr. 2012/RG/1051, 31 oktober 2013
Liège (14e ch.) n° 2012/RG/1051, 31 octobre 2013
Brussel (16e k.) nr. 2011/AR/207, 29 november 2013
Bruxelles (16e ch.) n° 2011/AR/207, 29 novembre 2013
Brussel (9e k.) nr. 2008/AR/3282, 31 januari 2014
Bruxelles (9e ch.) n° 2008/AR/3282, 31 janvier 2014
Kh. Dendermonde (2e k.) nr. A/12/0904, 24 januari 2013
Comm. Termonde (2e ch.) n° A/12/0904, 24 janvier 2013
Gent (7e bis k.) 30 september 2013
Gand (7e bis ch.) 30 septembre 2013
Gent (7e bis k.) 18 november 2013
Gand (7e bis ch.) 18 novembre 2013
Brussel (9e k.) 23 oktober 2013
Bruxelles (9e ch.) 23 octobre 2013
Gent (7e k.) 18 november 2013
Gand (7e ch.) 18 novembre 2013
Antwerpen (1e k.) 16 december 2013
Anvers (1re ch.) 16 décembre 2013
Voorz. Kh. Antwerpen 12 september 2013
Prés. Comm. Anvers 12 septembre 2013
Le droit OHADA de l’arbitrage
La société en commandite spéciale ou l’avenir de l’industrie des fonds alternatifs au Luxembourg
J.P. Fléron 17 juin 2013
Voedselvergiftiging als geval van overmacht bij vertrek op huwelijksreis: de vlieger gaat niet op
Cass. (1e k.) AR C.12.0570.N, 7 november 2013 (Jean de Chaffoy de Courcelles / K.P., V.V., J.S.)
Cass. (1re ch.) RG C.13.0325.F, 21 février 2014 (J.-L.C. / P.B.)
Cass. (1re ch.) RG C.13.0246.F, 21 février 2014 (Ascott Investissements, Soter / Bios, Charbonnages de Gosson-Kessales e.a.)
Trib. arr. Luxembourg (Lux.) (15e ch.) n° 134611, 137139, 19 février 2014
Bruxelles (9e ch.) n° 2013/AR/1336, 30 janvier 2014
Kh. Bergen (2e k.) nr. A/13/426, 10 april 2014
Comm. Mons (2e ch.) n° A/13/426, 10 avril 2014
Comm. Charleroi (2e ch.) 10 avril 2014
Kh. Charleroi (2e k.) 10 april 2014
Kh. Namen (1e k.) 18 maart 2013
Comm. Namur (1re ch.) 18 mars 2013
Luik (14e k.) nr. 2012/RG/631, 5 september 2013
Liège (14e ch.) n° 2012/RG/631, 5 septembre 2013
Luik (14e k.) nr. 2012/RG/1051, 31 oktober 2013
Liège (14e ch.) n° 2012/RG/1051, 31 octobre 2013
Brussel (16e k.) nr. 2011/AR/207, 29 november 2013
Bruxelles (16e ch.) n° 2011/AR/207, 29 novembre 2013
Brussel (9e k.) nr. 2008/AR/3282, 31 januari 2014
Bruxelles (9e ch.) n° 2008/AR/3282, 31 janvier 2014
Kh. Dendermonde (2e k.) nr. A/12/0904, 24 januari 2013
Comm. Termonde (2e ch.) n° A/12/0904, 24 janvier 2013
Gent (7e bis k.) 30 september 2013
Gand (7e bis ch.) 30 septembre 2013
Gent (7e bis k.) 18 november 2013
Gand (7e bis ch.) 18 novembre 2013
Brussel (9e k.) 23 oktober 2013
Bruxelles (9e ch.) 23 octobre 2013
Gent (7e k.) 18 november 2013
Gand (7e ch.) 18 novembre 2013
Antwerpen (1e k.) 16 december 2013
Anvers (1re ch.) 16 décembre 2013
Voorz. Kh. Antwerpen 12 september 2013
Prés. Comm. Anvers 12 septembre 2013
Année
2014
Volume
2014
Numéro
110
Page
277
Langue
Néerlandais
Juridiction
Hof van Beroep - Cour d'Appel, 23/10/2013
Référence
“Brussel (9e k.) 23 oktober 2013”, HOR 2014, nr. 110, 277-278
Résumé
Samenvatting 1 De verbintenis van de confirmerende bank ten aanzien van de adviserende bank is geen eenvoudige verbintenis om te betalen, maar een verbintenis om dienstenprestaties te leveren in de zin van artikel 5, § 1, b EEX-verordening, zodat de rechtbanken van de plaats waar deze diensten moeten worden geleverd, bevoegd zijn, met name deze van de plaats waar de verbintenis die de grondslag van de eis vormt. Wanneer de verbintenis die de grondslag van de eis vormt (de verbintenis om te betalen van de confirmerende bank) het accessorium is van een andere verbintenis, dan is het de plaats van uitvoering van de hoofdverbintenis die de bevoegdheid van de rechtbanken zal bepalen op grond van artikel 5, § 1, b EEX-verordening. Samenvatting 2 Hoewel de betaling door de aangewezen bank aan de beneficiant op grond van een afzonderlijke verbintenis, die de confirmerende bank niet kent, een belangentegenstelling in het leven roept tussen de verbintenissen van de aangewezen bank ten aanzien van de openende bank en de confirmerende bank enerzijds, en de specifieke verbintenissen die de aangewezen bank opneemt ten aanzien van de beneficiant anderzijds, toch moet men aannemen dat de verbintenis die de aangewezen bank opneemt ten aanzien van de beneficiant, slechts een werkelijk probleem vormt in geval van fraude begaan door de beneficiant. Door een voorschot aan de beneficiant te verlenen, dat niet door de openende of de confirmerende bank wordt gedekt, loopt de aangewezen bank zelf het risico van de fraude, gepleegd door de beneficiant, want zij kan zich in dit geval niet keren tegen de openende of de confirmerende bank. De confirmerende bank is tot betaling gehouden indien de onjuiste documenten nadien goedgekeurd worden, hetzij door haarzelf, hetzij door de openende bank. Artikel 10 van de Uniforme Regels en Usances van de Internationale Kamer van Koophandel 500 (UCP 500) verzet zich niet tegen het besluit dat de confirmerende bank voor het geheel gehouden is op grond van de aanvaarding van de documenten door de openende bank. Deze bepaling voorziet enkel dat de aangewezen bank gehouden is tot geen enkele verbintenis, indien zij niet de confirmerende bank is. Deze basisregel doet niets af aan artikel 10 UCP 500: de openende bank en de confirmerende bank moeten de aangewezen bank terugbetalen wanneer deze het krediet uitbetaalt in overeenstemming met artikel 13, b UCP 500. De confirmerende bank kan dus niet staande houden dat ze definitief bevrijd is op grond van de eenvoudige vaststelling die ze initieel deed van afwijkingen in de voorgelegde documenten; indien deze afwijkingen nadien worden weggewerkt door de openende bank, is de confirmerende bank gehouden om de aangewezen bank te vergoeden voor het geheel, wat ook de hoedanigheid mag zijn in uitvoering waarvan de aangewezen bank betaald heeft, als het maar gebeurt in overeenstemming met het mandaat dat ze van de confirmerende bank ontving.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!