Kh. Brussel nr. A/12/04423, 18 februari 2014

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 1
Artikel
Kh. Brussel nr. A/12/04423, 18 februari 2014

Jaar 2014 Volume 2014 Nummer 1 Pagina 400 Taal Nederlands Rechtscollege Brussel, Ondernemingsrechtbank / Rechtbank van Koophandel - Tribunal de l'Entreprise / du Commerce, 18/02/2014 Referentie X., “Kh. Brussel nr. A/12/04423, 18 februari 2014”, INTR 2014, nr. 1, 400-410 Samenvatting Samenvatting 1 De in het octrooi geclaimde materie vloeit niet op een voor de hand liggende wijze voort uit de stand van de techniek. De uitvinderswerkzaamheid wordt onderzocht aan de hand van de problem-solution-approach. Hierbij wordt eerst het verschil bepaald tussen het octrooi en de meest nabije stand van de techniek. Uitgaande van het technisch effect van de verschilmaatregel wordt het objectief-technisch probleem geformuleerd. De gemiddelde vakman zou zonder inventieve arbeid niet tot de oplossing volgens het octrooi zijn gekomen. De stand van de techniek bevat geen aanwijzing daartoe. Het octrooi bevat geen toegevoegde materie ten opzichte van de oorspronkelijke octrooiaanvraag. Samenvatting 2 Producten die het voortbrengsel van een geoctrooieerde werkwijze bevatten of omvatten, vallen eveneens binnen het bereik van de verbodsrechten. Latere werkwijze-stappen die de essentiële eigenschappen van het voortbrengsel niet wijzigen, nemen de inbreuk niet weg. Het leerstuk van de buitengerechtelijke bekentenis laat toe dat een partij zich in het kader van de bewijsvoering in een procedure baseert op uitlatingen van de andere partij. De verhandeling van de ‘oude’ producten op het Belgisch grondgebied betreft de verhandeling van producten die rechtstreeks verkregen worden door een inbreukmakende werkwijze in de zin van artikel 27, § 1, c) octrooiwet. Samenvatting 3 Onder de toepassing van de equivalentieleer worden inbreukmakende handelingen beteugeld die erin bestaan om in het inbreukmakende product of werkwijze de technische kenmerken uit de betrokken conclusie(s) van het octrooi over te nemen, doch in een of enkele van die kenmerken, zonder enig nieuw technisch effect, een wijziging aan te brengen in een poging om aan een inbreukverbod te ontsnappen. De inbreuk bij equivalentie kan worden bepaald aan de hand van de ‘function-way-result’- test, waarbij de essentiële kenmerken dienen te worden gedistilleerd uit het octrooi vanuit het oogpunt van de gemiddelde vakman. Een andere methode is de ‘all elements’-regel. De rechtbank moet tussen twee uitersten het midden houden, waarbij zowel een redelijke bescherming aan de octrooihouder als een redelijke rechtszekerheid aan de derden wordt geboden. Relevante beslissingen van andere nationale rechters worden vanzelfsprekend eveneens bij de oordeelsvorming betrokken, ook al is de rechtbank daar totaal niet door gebonden. De ‘nieuwe’ producten maken geen inbreuk bij wijze van equivalent uit omdat de vervanging van p-TSZ (zuur) door pyridine/ water (base) in de waterafsplitsingsstap op een wezenlijk verschillende wijze tot het gewenste resultaat leidt. (Art. 2 Protocol 5 oktober 1973 Inzake de uitleg van artikel 69 EOV). Samenvatting 4 Zodra de bodemrechter een andersluidende beslissing omtrent de betwiste rechten heeft genomen, houdt de beslissing in kort geding van rechtswege op uitwerking te hebben, dit ongeacht wat de kortgedingsrechter heeft beslist omtrent de looptijd van de door hem bevolen maatregel. (Art. 584, lid 2 en 1039, lid 1 Ger.W.).

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren