- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 1
- Artikel
- Brussel (8e k.) nr. 2012/AR/1999, 21 oktober 2013
Volume 2014 : 1
2013 rapport uit München [Europees Octrooibureau]
Belg genomineerd voor de European Inventor Award
.eu blijft in handen van EURid
De instandhoudingsverklaring: (even) terug van weggeweest
[Wetgeving Intellectuele Eigendom] Actualiteit
Marks that are descriptive in languages other than English or in minority languages – Lost in translation?
Beslag inzake namaak en maatregelen ter bescherming van vertrouwelijke informatie: een analyse van recente rechtspraak
Des marques et des lettres dans les nouvelles extensions Internet
Cass. (2e k.) AR P.13.0550.N, 22 oktober 2013 (Telenet, Tecteo, Brutele)
Voorz. Kh. Antwerpen nr. A/13/04673, 26 november 2013
['Verwatering' in het auteursrecht]
Scheidsr. Uitspr. nr. 44323, 22 november 2013
Kh. Antwerpen nr. A/12/08619, 18 oktober 2013
Kh. Antwerpen nr. A/12/05264, 20 december 2013
Kh. Brussel nr. A/12/04423, 18 februari 2014
[Andersluidende beslissing van de bodemrechter laat kortgedingmaatregel ophouden te bestaan]
Brussel (8e k.) nr. 2012/AR/1999, 21 oktober 2013
Sterk en zwak
Brussel (18e k.) nr. 2013/AR/77, 4 februari 2014
Brussel nr. 2012/AR/2455, 17 maart 2014
2013 rapport uit München [Europees Octrooibureau]
Belg genomineerd voor de European Inventor Award
.eu blijft in handen van EURid
De instandhoudingsverklaring: (even) terug van weggeweest
[Wetgeving Intellectuele Eigendom] Actualiteit
Marks that are descriptive in languages other than English or in minority languages – Lost in translation?
Beslag inzake namaak en maatregelen ter bescherming van vertrouwelijke informatie: een analyse van recente rechtspraak
Des marques et des lettres dans les nouvelles extensions Internet
Cass. (2e k.) AR P.13.0550.N, 22 oktober 2013 (Telenet, Tecteo, Brutele)
Voorz. Kh. Antwerpen nr. A/13/04673, 26 november 2013
['Verwatering' in het auteursrecht]
Scheidsr. Uitspr. nr. 44323, 22 november 2013
Kh. Antwerpen nr. A/12/08619, 18 oktober 2013
Kh. Antwerpen nr. A/12/05264, 20 december 2013
Kh. Brussel nr. A/12/04423, 18 februari 2014
[Andersluidende beslissing van de bodemrechter laat kortgedingmaatregel ophouden te bestaan]
Brussel (8e k.) nr. 2012/AR/1999, 21 oktober 2013
Sterk en zwak
Brussel (18e k.) nr. 2013/AR/77, 4 februari 2014
Brussel nr. 2012/AR/2455, 17 maart 2014
Jaar
2014
Volume
2014
Nummer
1
Pagina
411
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Beroep - Cour d'Appel, 21/10/2013
Referentie
T. VAN INNIS, “Brussel (8e k.) nr. 2012/AR/1999, 21 oktober 2013”, INTR 2014, nr. 1, 411-426
Samenvatting
Samenvatting 1 Een teken is vatbaar voor grafische voorstelling, en kan dus een merk vormen, indien een visuele weergave van het teken mogelijk is, zodat het teken nauwkeurig kan worden geïdentificeerd. De grafische voorstelling moet volledig, gemakkelijk toegankelijk en begrijpelijk zijn alsmede duurzaam, in die zin dat het voortdurend en stellig moet kunnen waargenomen worden. Het abstract en contourloos aanduiden van een kleur, waarvan de kleurtonen bij naam zijn genoemd met overlegging van een kleurvoorbeeld en die volgens een internationaal erkend kleurenclassificatiesysteem nauwkeurig zijn aangeduid voldoet aan deze voorwaarden. Een kleurmerk kan ab initio onderscheidend vermogen hebben. De door merkhouder gedeponeerde kleur blauw was op het ogenblik van het depot zeer ongebruikelijk voor bieren en vervulde de wezenlijke functie van een merk (herkomstaanduiding). Er wordt niet bewezen dat deze kleur op datum van het depot gebruikelijk was voor bier in de Benelux. De argumenten aangaande de inburgering zijn niet pertinent daar inburgering enkel betrekking heeft op tekens die op het ogenblik van het depot elk onderscheidend vermogen missen. (Art. 2.1 en 2.28, 1, b BVIE). Samenvatting 2 Een vordering gesteund op artikel 2.20, 1, a. BVIE vereist (onder andere) een identiteit tussen het ingeroepen merk en het bestreden teken. Onbeduidende verschillen die aan de aandacht van het ter zake relevante publiek ontsnappen, sluiten de identiteit niet uit. Het kleurmerk is een bekend merk in de zin van artikel 2.20, 1, c. BVIE. Er wordt rekening gehouden met de intensiteit, de geografische spreiding (heel België) en de duur van het gebruik van het merk, de omvang van de door merkhouder gedane investeringen om haar merk te promoten en de proportie van het relevante publiek dat de betrokken diensten identificeert als zijnde afkomstig van een bepaalde onderneming (60% van de Belgische bevolking). Gezien een kleurmerk als dusdanig vrijwel nooit zelfstandig wordt gebruikt, maar vrijwel steeds in combinatie met één of meer verbale merken, kan de bekendheid van het kleurmerk worden afgeleid uit het intensieve gebruik ervan in combinatie met andere merken. Verwarring of het risico op verwarring is geen vereiste voor een vordering gesteund op artikel 2.20, 1, c. BVIE. Hoewel het bestreden teken niet identiek is aan het ingeroepen merk, is het voldoende aannemelijk dat het teken het kleurmerk van merkhouder in gedachten oproept: het aangevochten teken stemt dus overeen met het ingeroepen, bekende merk. Er wordt afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen van een bekend merk, wanneer het gebruik van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met dit merk het onderscheidend vermogen daarvan kan verzwakken door het minder geschikt te maken om de waren en diensten van de houder van dit merk te onderscheiden van die met een andere herkomst (verwatering). Gelet op de bekendheid van het kleurmerk, bestaat een gevaar dat het merk in de ogen van de normaal geïnformeerde en redelijk oplettende consument zijn onderscheidend vermogen voor bier zou verliezen. Er wordt geen geldige reden aangetoond om gebruik te maken van het bestreden teken. Het gebruik van een woord dat een kleur aanduidt, kan niet gelijkgesteld worden met het gebruik van die kleur. Samenvatting 3 De vorderingen om informatie vrij te geven omtrent het lot en de distributiekanalen van de inbreukmakende teruggenomen goederen (art. 2.22, 4 BVIE) en om de terugroeping van inbreukmakende goederen te bevelen (2.22, 1 BVIE) zijn ongegrond. Aangezien bier een drank is die onderhevig is aan relatief snel verval, kan vermoed worden dat al het bier in de inbreukmakende flessen en blikjes inmiddels vervallen is en niet in de handel te koop wordt aangeboden. De gevorderde maatregelen zijn dan ook niet van die aard om de inbreuk te bestrijden. Merkhouders kunnen de bepalingen inroepen van het Unieverdrag van Parijs van 20 maart 1883 en/of van de WMPC om de staking te bekomen van praktijken waartegen ze zich niet kunnen verzetten op grond van het merkenrecht. De gewraakte presentatie en marketing van de houder van het bestreden teken is een daad die strijdig is met de eerlijke gebruiken in de handel en in strijd met de artikelen 10bis, 2 voormeld Unieverdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom en 95 WMPC. Door het implementeren van de “look and feel” die door de merkhouder gecreëerd werd, eigent de houder van het bestreden teken zich immers de faam en de goodwill van de merkhouder toe en leidt zij deze van de producten van de merkhouder naar haar eigen producten af, met mogelijke schade (omzetverlies) voor de merkhouder als gevolg. De gewraakte presentatie en marketing zorgt tevens ook voor een risico op verwarring tussen de producten van de twee bierbrouwers. (Art. 89, 1° en 91, 13° WMPC). Samenvatting 4 De waarneming van gelijkheid tussen een teken en een merk moet in haar geheel worden beoordeeld uit het oogpunt van de gemiddelde Benelux-consument van de betrokken waren of diensten. De gemiddelde consument heeft slechts een algemene indruk van het teken. Hij heeft immers slechts zelden de mogelijkheid tekens en merken rechtstreeks met elkaar te vergelijken, maar moet afgaan op het onvolmaakte beeld dat bij hem is achtergebleven. Een teken is gelijk aan een merk wanneer het zonder wijziging of toevoeging alle bestanddelen van het merk afbeeldt, of wanneer het in zijn geheel beschouwd verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen. Voor wat betreft de vraag wat de onbeduidende verschillen tussen een merk en een teken zijn die aan de aandacht kunnen ontsnappen, moet uitgegaan worden van de perceptie van het ter zake relevante publiek. De perceptie van het relevante publiek of het aandachtsniveau van het relevante publiek verschilt naar gelang van de aard van de waren of diensten die onder een merk worden aangenomen. Indien de in het geding zijnde waren gangbare consumptiegoederen zijn, bestaat het relevante publiek uit de gemiddelde consument, die wordt geacht normaal geïnformeerd en redelijk omzichtig en oplettend te zijn. Het aandachtsniveau van de consument is in dit geval lager dan bij de aankoop van duurzame goederen die een hoge waarde hebben of uitzonderlijk worden aangekocht of gebruikt. Samenvatting 5 Er dient besloten te worden tot overeenstemming tussen merk en teken van zodra het ingeroepen oudere merk in zijn volledigheid wordt opgenomen in het aangevochten teken en daarin een zelfstandig onderscheidende plaats behoudt, ook al is het oudere merk niet dominant in het samengestelde teken. Samenvatting 6 Kopiëren is toegestaan. Kopiëren op zich is geen daad strijdig met de eerlijke marktpraktijken. Opdat dit wel het geval zou zijn, dient het kopiëren gepaard te gaan met begeleidende omstandigheden, met name omstandigheden die van het louter nabootsen te onderscheiden zijn, die maken dat het kopiëren onrechtmatig wordt. Er kan sprake zijn van ‘begeleidende omstandigheden’ wanneer bijvoorbeeld het kopiëren, naast het kopiëren zelf, als doel heeft om de faam en de goodwill van de producten van een bedrijf, die een commerciële en dus financiële waarde hebben, af te leiden naar de producten van een ander bedrijf.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!