Volume 2018 : 1
De evaluatie van het statutair overheidspersoneel en het ontslag wegens beroepsongeschiktheid: algemene principes
RvS (10e k.) nr. 238.691, 27 juni 2017 (Guy Verbuyst / Gemeente Zelzate)
RvS (9e k.) nr. 238.773, 4 juli 2017 (nv Entropia Digital / Belgische Staat)
RvS (9e k.) nr. 238.473, 12 juni 2017 (Sebastiaan Raes / Belgische Staat)
RvS (14e k.) nr. 239.084, 14 september 2017 (Kris Van Dooren / Belgische Staat)
RvS (7e k.) nr. 238.442, 8 juni 2017 (nv Bleko, nv Ghelamco Invest / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 238.597, 22 juni 2017 (Eric Van Marsenille, Rita Claessens / Vlaamse Gewest)
RvS (9e k.) nr. 238.530, 15 juni 2017 (X. / Katholieke Universiteit Leuven)
RvS (9e k.) nr. 238.531, 15 juni 2017 (X. / Katholieke Universiteit Leuven)
RvS (9e k.) nr. 238.532, 15 juni 2017 (Katholieke Universiteit Leuven / X.)
RvS (9e k.) nr. 238.533, 15 juni 2017 (Katholieke Universiteit Leuven / X.)
RvS (9e k.) nr. 238.535, 15 juni 2017 (X. / Katholieke Universiteit Leuven)
RvS (9e k.) nr. 238.747, 4 juli 2017 (Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen, Greet Valck / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (9e k.) nr. 239.033, 7 september 2017 (Margaux Torrelle / vzw Schoolbestuur De Pleinschool & Sint-Amandscollege)
RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.983, 30 augustus 2017 (Margaux Torrelle / vzw Schoolbestuur De Pleinschool & Sint-Amandscollege (DPSA))
RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.851, 20 juli 2017 (bvba Comparex Software Belgium / cvba Intercommunale Sibelga)
RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.935, 4 augustus 2017 (nv Security Guardian's Institute / Stad Gent)
RvS (10e k.) nr. 238.514, 13 juni 2017 (bvba Westside, Singh Gurmeet / Stad Oostende)
RvS (14e k.) nr. 238.095, 4 mei 2017 (bvba Petit Willy / Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.840, 14 juli 2017 (nv Bombardier Transportation Belgium / Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn)
RvS (10e k.) nr. 238.416, 6 juni 2017 (Koenraad Van Halewyck, Anita Smet / Provincie Oost-Vlaanderen, Vlaamse Gewest)
RvS (10e k.) nr. 238.763, 4 juli 2017 (vzw Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen, vzw Bos+ Vlaanderen, vzw Natuurpunt Limburg, e.a. / Vlaamse Gewest)
[Adviezen] Afdeling Wetgeving Raad van State
De evaluatie van het statutair overheidspersoneel en het ontslag wegens beroepsongeschiktheid: algemene principes
RvS (10e k.) nr. 238.691, 27 juni 2017 (Guy Verbuyst / Gemeente Zelzate)
RvS (9e k.) nr. 238.773, 4 juli 2017 (nv Entropia Digital / Belgische Staat)
RvS (9e k.) nr. 238.473, 12 juni 2017 (Sebastiaan Raes / Belgische Staat)
RvS (14e k.) nr. 239.084, 14 september 2017 (Kris Van Dooren / Belgische Staat)
RvS (7e k.) nr. 238.442, 8 juni 2017 (nv Bleko, nv Ghelamco Invest / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 238.597, 22 juni 2017 (Eric Van Marsenille, Rita Claessens / Vlaamse Gewest)
RvS (9e k.) nr. 238.530, 15 juni 2017 (X. / Katholieke Universiteit Leuven)
RvS (9e k.) nr. 238.531, 15 juni 2017 (X. / Katholieke Universiteit Leuven)
RvS (9e k.) nr. 238.532, 15 juni 2017 (Katholieke Universiteit Leuven / X.)
RvS (9e k.) nr. 238.533, 15 juni 2017 (Katholieke Universiteit Leuven / X.)
RvS (9e k.) nr. 238.535, 15 juni 2017 (X. / Katholieke Universiteit Leuven)
RvS (9e k.) nr. 238.747, 4 juli 2017 (Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen, Greet Valck / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (9e k.) nr. 239.033, 7 september 2017 (Margaux Torrelle / vzw Schoolbestuur De Pleinschool & Sint-Amandscollege)
RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.983, 30 augustus 2017 (Margaux Torrelle / vzw Schoolbestuur De Pleinschool & Sint-Amandscollege (DPSA))
RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.851, 20 juli 2017 (bvba Comparex Software Belgium / cvba Intercommunale Sibelga)
RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.935, 4 augustus 2017 (nv Security Guardian's Institute / Stad Gent)
RvS (10e k.) nr. 238.514, 13 juni 2017 (bvba Westside, Singh Gurmeet / Stad Oostende)
RvS (14e k.) nr. 238.095, 4 mei 2017 (bvba Petit Willy / Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.840, 14 juli 2017 (nv Bombardier Transportation Belgium / Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn)
RvS (10e k.) nr. 238.416, 6 juni 2017 (Koenraad Van Halewyck, Anita Smet / Provincie Oost-Vlaanderen, Vlaamse Gewest)
RvS (10e k.) nr. 238.763, 4 juli 2017 (vzw Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen, vzw Bos+ Vlaanderen, vzw Natuurpunt Limburg, e.a. / Vlaamse Gewest)
[Adviezen] Afdeling Wetgeving Raad van State
Année
2018
Volume
2018
Numéro
1
Page
38
Langue
Néerlandais
Juridiction
Raad van State - Conseil d’Etat, 14/07/2017
Référence
“RvS (vakantiekamer) (12e k.) nr. 238.840, 14 juli 2017 (nv Bombardier Transportation Belgium / Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn)”, TBP 2018, nr. 1, 38
Résumé
Samenvatting 1 Daargelaten de vaststelling dat de verzoekende partij herhaaldelijk schrijft dat de offerte van de gekozen inschrijver substantieel onregelmatig is wanneer zou komen vast te staan dat het octrooi van de verzoekende partij wordt geschonden en de vraag of hiermee voldaan is aan haar stelplicht en bewijslast, lijkt de RvS geen rechtsmacht te hebben om van deze grief kennis te nemen aangezien de beoordeling ervan lijkt te vereisen dat uitspraak wordt gedaan over de vraag of al dan niet een octrooi werd geschonden, bijgevolg over het bestaan van een burgerlijk recht, een betwisting waarvoor de gewone rechtbank rechtsmacht heeft krachtens art. 144 Gw. In ieder geval kan wel worden opgemerkt dat de verwerende partij na briefwisseling vanwege de verzoekende partij daaromtrent, een onderzoek begon, dat zij de gekozen inschrijver contacteerde die de octrooi-inbreuk betwistte en een inbreukopinie inwon bij een octrooigemachtigde, die concludeerde dat er geen inbreuk is. In de huidige stand van het geding is aldus niet aangetoond dat de verwerende partij ter zake onzorgvuldig handelde. Samenvatting 2 Art. 94 KB plaatsing speciale sectoren 2012, dat de aanbestedende overheid verplicht de regelmatigheid na te gaan van de offertes van de inschrijvers die aan de voorwaarden van het toegangsrecht en de kwalitatieve selectiecriteria voldoen, is als dusdanig niet van toepassing bij een onderhandelingsprocedure. Evenwel lijken ook bij een onderhandelingsprocedure in het bestek zelf wel een aantal regelmatigheidsvereisten te mogen worden gesteld, zonder dat deze mogelijkheid beperkt zou zijn tot de gevallen waarin het bestek het art. 94 uitdrukkelijk van toepassing verklaart of de vereisten uitdrukkelijk op straffe van nietigheid voorschrijft. Dat het bestek zelf voorziet in een regelmatigheidsonderzoek lijkt wel niet voldoende om te besluiten dat daardoor ook art. 94 uitdrukkelijk toepasselijk werd gemaakt. Het middel lijkt dan ook niet ontvankelijk in de mate dat het steunt op de schending van dit art. 94. Wel vereist het ook ingeroepen patere legem-beginsel dat het onderzoek van de offertes wordt gevoerd conform het bepaalde in het bestek. Te dezen lijkt de verwerende partij wel degelijk een bijkomend prijsonderzoek te hebben gevoerd en op grond van voldoende eigen elementen geoordeeld te mogen hebben dat het onderhoudsprogramma van beide inschrijvers en de kost ervan realistisch zijn. Samenvatting 3 Prima facie lijkt uit het gunningsverslag niet te mogen worden afgeleid dat de gekozen inschrijver een voorbehoud maakte bij de verbintenissen opgenomen in de BAFO (best and final offer), hetgeen in strijd zou zijn met het bestek. Er lijkt door de gekozen inschrijver veeleer te zijn verwezen naar het opnemen in de BAFO van elementen die in de uitvoeringsfase nader uitgewerkt moeten worden binnen de grenzen van het bestek en de verbintenissen in de BAFO, zoals ook toegelaten door een aantal besteksbepalingen. Samenvatting 4 Te dezen wordt niet prima facie aangetoond dat de motivering van de bestreden beslissing, via het gunningsverslag en het aanvullend beoordelingsverslag, niet afdoende de redenen weergeeft waarom de gekozen offerte de voorkeur van de aanbestedende overheid geniet. Zo lijkt het gunningsverslag afdoende duidelijkheid te verschaffen over de bindende rechtskracht van de door de gekozen inschrijver aangegane verbintenissen, door te oordelen dat er weliswaar ruimte wordt gelaten tot nadere uitwerking, maar dit geen afbreuk doet aan de gebondenheid van de gekozen inschrijver door de betrokken in de BAFO (best and final offer) opgenomen verbintenissen, nu dit niet los kan gezien worden van het aldaar beoordeelde sub-subgunningscriterium en de besteksbepalingen, die ruimte laten voor enige nadere uitwerking. Minstens blijkt uit het middel dat de verzoekende partij dit concreet in rechte kon betwisten. Voorts bevat het aanvullend beoordelingsverslag, waarop de bestreden beslissing mede steunt, wel degelijk een beoordeling van het realistisch karakter van de prijzen van de gekozen inschrijver voor het preventief onderhoud, alsook van het opgegeven aantal A- en B-gebreken. Voorts kon verzoekende partij ook deze elementen betwisten, zodat minstens voldaan lijkt aan de ratio legis van de formele motiveringsplicht. Dat het gunningsverslag niet over het realistisch karakter van die prijzen zou spreken, is, indien al juist, dan ook niet langer relevant nu de bestreden beslissing ook steunt op het aanvullend beoordelingsverslag. Dat bepaalde motieven in dat verslag volgens de verzoekende partij daarbij irrelevant zouden zijn, lijkt vreemd aan de ingeroepen formele motiveringsplicht. Dat de verwerende partij niet heeft besloten dat er sprake is van een manifest abnormale prijs, zoals de verzoekende partij beweert, en dat de verzoekende partij het hiermee inhoudelijk niet eens is, toont geen schending van de formele motiveringsplicht aan.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!