Volume 2019 : 4
La perte d'une chance à la croisée des chemins - Évolutions et applications jurisprudentielles
Ord. CJUE (8e ch.) n° C-130/18, 27 juin 2018 (flightright GmbH / Eurowings GmbH)
Vliegtuigpassagiers krijgen compensatie na 3 uur vertraging - of na 2 uur?
Grondwettelijk Hof nr. 53/2018, 26 april 2018 (prejudiciële vraag)
Autonomie van de tegenvordering
Gent (11e k.) nr. 2017/FA/0741, 27 september 2018
Antwerpen nr. 2012/AR/2750, 7 april 2014
Liège n° 2013/RG/559, 13 mai 2014
Comm. Bruxelles n° A/15/06297, 26 septembre 2018
Comm. (div. Mons) n° A/17/01425, 15 novembre 2018
Cass. (voltallige kamer) AR C.16.0296.N, 14 december 2017 (Alfa nv, F.R., A.-M.H., e.a. / C.G.)
Cass. (1re ch.) RG C.17.0517.F, 9 mars 2018 (A.S. / ETHIAS sa, C.D.)
Bruxelles n° 2014/AR/922, 8 novembre 2018
La perte d'une chance à la croisée des chemins - Évolutions et applications jurisprudentielles
Ord. CJUE (8e ch.) n° C-130/18, 27 juin 2018 (flightright GmbH / Eurowings GmbH)
Vliegtuigpassagiers krijgen compensatie na 3 uur vertraging - of na 2 uur?
Grondwettelijk Hof nr. 53/2018, 26 april 2018 (prejudiciële vraag)
Autonomie van de tegenvordering
Gent (11e k.) nr. 2017/FA/0741, 27 september 2018
Antwerpen nr. 2012/AR/2750, 7 april 2014
Liège n° 2013/RG/559, 13 mai 2014
Comm. Bruxelles n° A/15/06297, 26 septembre 2018
Comm. (div. Mons) n° A/17/01425, 15 novembre 2018
Cass. (voltallige kamer) AR C.16.0296.N, 14 december 2017 (Alfa nv, F.R., A.-M.H., e.a. / C.G.)
Cass. (1re ch.) RG C.17.0517.F, 9 mars 2018 (A.S. / ETHIAS sa, C.D.)
Bruxelles n° 2014/AR/922, 8 novembre 2018
Année
2019
Volume
2019
Numéro
4
Page
217
Langue
Néerlandais
Juridiction
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 26/04/2018
Référence
S. MOSSELMANS, “Grondwettelijk Hof nr. 53/2018, 26 april 2018 (prejudiciële vraag)”, TBBR 2019, nr. 4, 217-220
Résumé
Samenvatting 1 Samenvatting niet beschikbaar. Samenvatting 2 Artikel 807 van het Gerechtelijk Wetboek schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de beginselen van de rechten van verdediging, de loyauteit van de procesvoering en de wapengelijkheid. De in het geding zijnde bepaling streeft een wettig doel na: de wetgever mocht immers een bijzondere bescherming toekennen aan de rechten van de oorspronkelijke verweerder die wordt geconfronteerd met een wijziging van de oorspronkelijke vordering door te vereisen, allereerst, dat zij het voorwerp uitmaakt van conclusies op tegenspraak en, vervolgens, dat zij een grondslag vindt in de feiten of handelingen die in de gedinginleidende akte worden aangevoerd. Het verschil in behandeling tussen de oorspronkelijke eiser die de vordering wenst te wijzigen of uit te breiden, al dan niet in antwoord op de tegenvordering van de oorspronkelijke verweerder, en de oorspronkelijke verweerder die in eerste aanleg een tegenvordering instelt, berust op een objectief en pertinent criterium: de oorspronkelijke eiser die zijn vordering wenst uit te breiden of te wijzigen, al dan niet in antwoord op de tegenvordering van de oorspronkelijke verweerder, heeft met de gedinginleidende akte alle vrijheid gehad zijn aanspraken ten aanzien van de verweerder te definiëren en het onderwerp van het geschil aldus te omschrijven. De eiser op tegenvordering definieert, wanneer hij zijn vordering in eerste aanleg instelt, voor het eerst het onderwerp van zijn aanspraken ten aanzien van de oorspronkelijke eiser. De eiser op tegenvordering bevindt zich in dat opzicht in de situatie van de oorspronkelijke eiser wanneer deze zijn vordering indient. Dat verschil in behandeling doet niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de oorspronkelijke eiser. Vermits de oorspronkelijke eiser het geding heeft ingesteld, heeft hij immers alle vrijheid gehad de omvang ervan in de gedinginleidende akte te bepalen. Het feit dat de uitbreiding of wijziging van de vordering het gevolg is van de tegenvordering van de oorspronkelijke verweerder beïnvloedt die vaststelling niet. Artikel 807 Ger.W. vereist niet dat de nieuwe vordering uitsluitend zou berusten op het feit of de handeling in de dagvaarding aangevoerd. De rechter moet ook uitspraak doen over de gewijzigde of uitgebreide vordering met inachtneming van de feiten die zich in de loop van het geding hebben voorgedaan en die een weerslag hebben op het geschil. Daarenboven raakt de in het geding zijnde bepaling niet aan het recht van de oorspronkelijke eiser, verweerder op tegenvordering, om zich met diverse middelen te verweren tegen de tegenvordering van de oorspronkelijke verweerder. Ten slotte belet niets de oorspronkelijke eiser, indien hij niet in de voorwaarden verkeert om de oorspronkelijke vordering uit te breiden of te wijzigen overeenkomstig artikel 807 van het Gerechtelijk Wetboek, in voorkomend geval afzonderlijk een nieuwe vordering in te stellen en de nieuwe feiten of handelingen aan te voeren waarop zijn nieuwe aanspraken berusten.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!