Volume 6 : 4
Het cassatieberoep in assisenzaken na de Hervormingswet
De motiveringsverplichting als waarborg tegen rechterlijke willekeur?
Oplichting – Listige kunstgrepen – Art. 496 Sw.
Straftoemeting – Onaantastbare beoordeling door de feitenrechter – Meerdere beklaagden
Bijzondere opsporingsmethoden – Onderscheid informantenwerking, observatie en infiltratie – Draagwijdte en inhoud vertrouwelijk dossier naargelang de bijzondere opsporingsmethode – Controle door de KI (artt. 189ter en 235ter Sv.)
Voorlopige hechtenis – Invrijheidstelling onder borgsom – Verzoek tot teruggave – Beslissing tot teruggave – Ontvankelijkheid
Aangifte btw-misdrijven – Machtiging gewestelijke directeur – art. 29 Sv. – art. 74 wbtw
Beslissing van de jury – Motiveringsplicht
Burgerlijke vordering – Belang – Schade – Racisme en xenofobie
Wet economische reglementering en prijzen – Te koop aanbieden tegen een abnormale prijs
Openbaar ministerie – Federaal parket – Taalwet gerechtszaken – Gerechtelijk onderzoek – Voorlopige hechtenis – Verhoor door onderzoeksrechter
Verzoek tot opheffing van beslag op zijn goederen op verzoek van hij die erdoor geschaad wordt (artt. 28sexies en 61quater Sv.) – Beslissing betreffende het waardevast beheer van in beslag genomen vermogensbestanddelen (artt. 28octies en 61sexies Sv.) – Verschil tussen beide – Zaak aanhangig gemaakt bij hof of rechtbank (art. 61quater, § 7 Sv.) – Geen rechtsvordering van de beslagene tot teruggave van in beslag genomen vermogensbestanddelen tegen betaling van een geldsom (art. 61sexies, § 1, 2° Sv.).
Het cassatieberoep in assisenzaken na de Hervormingswet
De motiveringsverplichting als waarborg tegen rechterlijke willekeur?
Oplichting – Listige kunstgrepen – Art. 496 Sw.
Straftoemeting – Onaantastbare beoordeling door de feitenrechter – Meerdere beklaagden
Bijzondere opsporingsmethoden – Onderscheid informantenwerking, observatie en infiltratie – Draagwijdte en inhoud vertrouwelijk dossier naargelang de bijzondere opsporingsmethode – Controle door de KI (artt. 189ter en 235ter Sv.)
Voorlopige hechtenis – Invrijheidstelling onder borgsom – Verzoek tot teruggave – Beslissing tot teruggave – Ontvankelijkheid
Aangifte btw-misdrijven – Machtiging gewestelijke directeur – art. 29 Sv. – art. 74 wbtw
Beslissing van de jury – Motiveringsplicht
Burgerlijke vordering – Belang – Schade – Racisme en xenofobie
Wet economische reglementering en prijzen – Te koop aanbieden tegen een abnormale prijs
Openbaar ministerie – Federaal parket – Taalwet gerechtszaken – Gerechtelijk onderzoek – Voorlopige hechtenis – Verhoor door onderzoeksrechter
Verzoek tot opheffing van beslag op zijn goederen op verzoek van hij die erdoor geschaad wordt (artt. 28sexies en 61quater Sv.) – Beslissing betreffende het waardevast beheer van in beslag genomen vermogensbestanddelen (artt. 28octies en 61sexies Sv.) – Verschil tussen beide – Zaak aanhangig gemaakt bij hof of rechtbank (art. 61quater, § 7 Sv.) – Geen rechtsvordering van de beslagene tot teruggave van in beslag genomen vermogensbestanddelen tegen betaling van een geldsom (art. 61sexies, § 1, 2° Sv.).
Year
2011
Volume
6
Number
4
Page
246
Language
Dutch
Court
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 28/09/2010
Reference
“Voorlopige hechtenis – Invrijheidstelling onder borgsom – Verzoek tot teruggave – Beslissing tot teruggave – Ontvankelijkheid”, NC 2011, nr. 4, 246-252
Recapitulation
Door de opgelegde voorwaarden vermeld in artikel 36 Voorlopige Hechteniswet worden enkel bedoeld de voorwaarden in de zin van artikel 35, § 1 Voorlopige Hechteniswet.
De betaling van een borgsom is geen voorwaarde in de zin van artikel 35, § 1 Voorlopige Hechteniswet. Deze maatregel gaat de invrijheidstelling vooraf en strekt ertoe de verdachte aan te zetten bij alle proceshandelingen, alsook ter uitvoering van het vonnis, te verschijnen.
Wanneer de invrijheidstelling van een verdachte afhankelijk is van de voorafgaande betaling van een borgsom en de verdachte na betaling van de borgsom in vrijheid werd gesteld, komt het enkel de rechter die over de strafvordering uitspraak doet of heeft gedaan, toe over de borgsom te oordelen. Eerdere verzoeken tot wijziging of teruggave van de borg zijn niet ontvankelijk.
Een beslissing die het verzoek tot teruggave van een borgsom aan een in vrijheid gestelde verdachte inwilligt, is een eindbeslissing in de zin van artikel 416, lid 1 Sv. Tegen dergelijke beslissingen staat cassatieberoep open overeenkomstig de gemeenrechtelijke bepalingen van het Wetboek van Strafvordering.
De betaling van een borgsom is geen voorwaarde in de zin van artikel 35, § 1 Voorlopige Hechteniswet. Deze maatregel gaat de invrijheidstelling vooraf en strekt ertoe de verdachte aan te zetten bij alle proceshandelingen, alsook ter uitvoering van het vonnis, te verschijnen.
Wanneer de invrijheidstelling van een verdachte afhankelijk is van de voorafgaande betaling van een borgsom en de verdachte na betaling van de borgsom in vrijheid werd gesteld, komt het enkel de rechter die over de strafvordering uitspraak doet of heeft gedaan, toe over de borgsom te oordelen. Eerdere verzoeken tot wijziging of teruggave van de borg zijn niet ontvankelijk.
Een beslissing die het verzoek tot teruggave van een borgsom aan een in vrijheid gestelde verdachte inwilligt, is een eindbeslissing in de zin van artikel 416, lid 1 Sv. Tegen dergelijke beslissingen staat cassatieberoep open overeenkomstig de gemeenrechtelijke bepalingen van het Wetboek van Strafvordering.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!