- Full text
- Journal
- Number 312
- Article
- Pol. Brussel (Fr.) (20e k.) nr. 15B002898, 4 mei 2015
Volume 2015 : 312
Grondwettelijk Hof nr. 84/2015, 11 juni 2015 (Ordre des barreaux francophones et germanophone, vzw Liga voor Mensenrechten en vzw Ligue des Droits de l'Homme)
Grondwettelijk Hof plaatst reparateurs dataretentiewet voor moeilijke opdracht
Cassatie zet seksuele bescherming van min-16-jarigen centraal
Rolrechten hervormd
Handelings-(on)bekwaamheid
Cass. (2e k.) AR P.15.0316.F, 10 juni 2015 (C.C., C.C., C.M., Le procureur général près la Cour d'appel de Bruxelles / L.A.)
Pol. Brussel (Fr.) (20e k.) nr. 15B002898, 4 mei 2015
Uberchauffeur verliest wagen na veroordeling
Europa wil bedrijfsgeheimen beter beschermen
‘Rechter zijn is een functie, geen privilege’
‘Tolken is veel meer dan twee talen kunnen spreken’
Voet naar KU Leuven
Nieuw [Sherpa Law - nieuw kantoor in Antwerpen]
Sekwester
‘Er is te weinig bekommernis over cybercriminaliteit’
Cass. (1e k.) AR F.13.0077.N, 22 mei 2015 (Optibelz bvba, M.B. / Belgische Staat)
De terugkeer van de rechter [De afkoopwet na het fiscaal Antigoonarrest]
Omstreden woordenlijst
Cass. (2e k.) AR P.14.1532.N, 2 juni 2015 (PAJD, ARANTIS bvba / College van burgemeester en schepenen van de stad Gent)
Uitbreiding mini-instructie: meer efficiëntie?
Nooit zeker dat je huis niet afgebroken moet worden
Potpourri 1: vernieuwen is niet absoluut veranderen [De invordering van onbetwiste schuldvorderingen]
Het Grondwettelijk Hof: Belgische restauratie noch Vlaams voorvechterschap
Versnelling hoger? [ICT-plannen bij Justitie]
Haren ten berge [Rechtbank in megagevangenis]
Boeken toe [Personeelstekort bij de griffie van het hof van beroep in Antwerpen]
Boeken toe [Gevangenisbibliotheken in Gent, Oudenaarde en Dendermonde niet langer ondersteund door de provincie Oost-Vlaanderen]
Vechten tegen prikkeldraad. Alexis Deswaef
Ger.EU (3e k.) nr. T-395/14, T-396/14, 16 juni 2015 (Best Lock (Europe) / BHIM – Lego Juris)
Erkenning tenietdoen: wilsgebrek als ontvankelijkheidsvereiste is grondwettig
Legofiguurtjes merkenrechtelijk beschermd
Grondwettelijk Hof nr. 38/2015, 19 maart 2015 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 84/2015, 11 juni 2015 (Ordre des barreaux francophones et germanophone, vzw Liga voor Mensenrechten en vzw Ligue des Droits de l'Homme)
Grondwettelijk Hof plaatst reparateurs dataretentiewet voor moeilijke opdracht
Cassatie zet seksuele bescherming van min-16-jarigen centraal
Rolrechten hervormd
Handelings-(on)bekwaamheid
Cass. (2e k.) AR P.15.0316.F, 10 juni 2015 (C.C., C.C., C.M., Le procureur général près la Cour d'appel de Bruxelles / L.A.)
Pol. Brussel (Fr.) (20e k.) nr. 15B002898, 4 mei 2015
Uberchauffeur verliest wagen na veroordeling
Europa wil bedrijfsgeheimen beter beschermen
‘Rechter zijn is een functie, geen privilege’
‘Tolken is veel meer dan twee talen kunnen spreken’
Voet naar KU Leuven
Nieuw [Sherpa Law - nieuw kantoor in Antwerpen]
Sekwester
‘Er is te weinig bekommernis over cybercriminaliteit’
Cass. (1e k.) AR F.13.0077.N, 22 mei 2015 (Optibelz bvba, M.B. / Belgische Staat)
De terugkeer van de rechter [De afkoopwet na het fiscaal Antigoonarrest]
Omstreden woordenlijst
Cass. (2e k.) AR P.14.1532.N, 2 juni 2015 (PAJD, ARANTIS bvba / College van burgemeester en schepenen van de stad Gent)
Uitbreiding mini-instructie: meer efficiëntie?
Nooit zeker dat je huis niet afgebroken moet worden
Potpourri 1: vernieuwen is niet absoluut veranderen [De invordering van onbetwiste schuldvorderingen]
Het Grondwettelijk Hof: Belgische restauratie noch Vlaams voorvechterschap
Versnelling hoger? [ICT-plannen bij Justitie]
Haren ten berge [Rechtbank in megagevangenis]
Boeken toe [Personeelstekort bij de griffie van het hof van beroep in Antwerpen]
Boeken toe [Gevangenisbibliotheken in Gent, Oudenaarde en Dendermonde niet langer ondersteund door de provincie Oost-Vlaanderen]
Vechten tegen prikkeldraad. Alexis Deswaef
Ger.EU (3e k.) nr. T-395/14, T-396/14, 16 juni 2015 (Best Lock (Europe) / BHIM – Lego Juris)
Erkenning tenietdoen: wilsgebrek als ontvankelijkheidsvereiste is grondwettig
Legofiguurtjes merkenrechtelijk beschermd
Grondwettelijk Hof nr. 38/2015, 19 maart 2015 (prejudiciële vraag)
Year
2015
Volume
2015
Number
312
Page
4
Language
Dutch
Court
Brussel, Politierechtbank - Tribunal de Police, 04/05/2015
Reference
“Pol. Brussel (Fr.) (20e k.) nr. 15B002898, 4 mei 2015”, DJK 2015, nr. 312, 4
Recapitulation
Samenvatting 1 Gelet op de inschrijving van de beklaagde als chauffeur op de UBER-website, is de rechtbank van mening dat de beklaagde reeds sinds enige tijd bezig was met het aanbieden van de betwiste dienst en dat de politie derhalve niets meer heeft gedaan dan een banale situatie na te bootsen die de beklaagde had kunnen tegenkomen indien om het even welke burger de rit had besteld. Zodoende hebben de verbalisanten voor de beklaagde alleen maar de gelegenheid geschapen om de feiten te plegen die hem ten laste worden gelegd zonder ooit zijn vrijheid te beknotten om ervan af te zien en wel om de vaststelling ervan mogelijk te maken. Bijgevolg is de rechtbank van mening dat de aangewende methode om de beklaagde aan te houden en de hem ten laste gelegde misdrijven vast te stellen geen uitlokking door de politie vormt en verklaart ze derhalve de vervolging ontvankelijk. Samenvatting 2 Er bestaat momenteel in België geen wettelijke definitie van carpooling. Het woordenboek Larousse omschrijft dit begrip als “het gebruik van eenzelfde particuliere auto door meerdere personen die dezelfde reisweg afleggen, om het wegverkeer te verlichten en de vervoerskosten te delen”. Dit begrip dat berust op een samenwerkingsprincipe van zelforganisatie verwijst naar twee essentiële criteria, enerzijds het delen van de reisweg en anderzijds de afwezigheid van vergoeding, daar de bestuurder geen winst moet maken, aangezien het ontvangen geld in overeenstemming moet zijn met de gedeelde kosten in verband met de reisweg. In casu ontbreken deze twee elementen. De particulier, zelfs niet-handelaar, die zich voorneemt een dienst aan te bieden die het voorwerp uitmaakt van een bijzondere reglementering, zoals de dienst van personenvervoer tegen betaling, moet zich onderwerpen aan deze specifieke reglementering met daarenboven de fiscale en sociale verplichtingen die uit die activiteit voortvloeien, zelfs al werd ze uitgeoefend als aanvullende activiteit. Art. 28, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur beoogt een exploitatievoorwaarde en niet een toepassingscriterium van de ordonnantie van 27 april 1995 van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur. Vanaf het ogenblik dat de particulier beantwoordt aan de toepassingscriteria bedoeld in art. 2 van de ordonnantie van 27 april 1995, valt hij onder de reglementering zelfs indien hij een exploitatievoorwaarde niet zou naleven. De beklaagde is van mening dat aangezien hij vrij blijft om zijn voertuig al dan niet te ‘delen’ met een andere particulier die voorafgaandelijk het UBER-concept heeft onderschreven, zijn voertuig niet ter beschikking van het publiek wordt gesteld maar alleen van de ‘UBER-gemeenschap’ waardoor het buiten het toepassingsgebied van een activiteit van openbare dienstverlening zou vallen. De reglementering beoogt geenszins de wijze waarop de rit wordt besteld. Derhalve heeft de wijze waarop de klant in contact is gekomen met de chauffeur, ongeacht of hij op straat is aangeroepen, dan wel telefonisch of via internet contact met hem is opgenomen, geen invloed op de toepassing van de ordonnantie. In casu zou het in onze huidige tijd bijzonder ongepast zijn ervan uit te gaan dat een dienst niet ter beschikking van het publiek zou worden gesteld door het feit dat hij louter een download van een applicatie naar een smartphone zou impliceren. Uit de gebruiksvoorwaarden van het UBER-concept vloeit daarenboven voort dat de inschrijving op de website door geen enkele bijzondere voorwaarde wordt beperkt. Het karakter van openbaar nut vormt geen voorwaarde waaronder het de chauffeur vrij zou staan zich al dan niet aan te sluiten. In dit opzicht dient te worden onderstreept dat los van de heftige vragen van economische en maatschappelijke aard die door het debat van ‘taxi's tegenover UBER’ worden opgeworpen (sociale dumping, oneerlijke concurrentie), andere problematieken die veeleer te maken hebben met de veiligheidsomstandigheden waarin de consumenten het recht hebben om te worden vervoerd, vragen doen rijzen in het kader van het UBER-systeem. Zo bijvoorbeeld de beroepsbekwaamheid van de chauffeur, zijn medische geschiktheid om te sturen en de toestand van het gebruikte voertuig, om het dan nog niet te hebben over de verzekering die het bijzonder risico van het personenvervoer tegen betaling moet dekken. Bijgevolg is de rechtbank van mening dat de feiten die de beklaagde ten laste worden gelegd een activiteit van taxidienstverlening vormen die beantwoordt aan de toepassingscriteria bedoeld in art. 2 van voormelde ordonnantie van 1995 en verklaart derhalve alle tenlasteleggingen te zijnen laste weerhouden. Gelet op de volledige afwezigheid van antecedenten in hoofde van de beklaagde, zal de rechtbank recht doen aan zijn vordering wat de schorsing van de uitspraak van de veroordeling betreft om hem elke sociale of professionele achteruitgang te besparen. Samenvatting 3 De verbeurdverklaring van het voertuig waarmee een misdrijf van onwettig vervoer van personen werd gepleegd is verplicht en kan niet worden uitgesteld.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!