- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 1
- Artikel
- EHRM nr. 38958/16, 2 november 2021 (W.A. / Zwitserland)
Volume 2022 : 1
De teloorgang van het militaire strafrecht: over het nut van een apart strafrechtssysteem ter handhaving van de militaire operationaliteit in de 21e eeuw
Cour eur. D.H. n° 23314/19, 31 août 2021 (ÜÇDAG / Turkije)
Cour eur. D.H. n° 23314/19, 31 août 2021 (ÜÇDAG / Turkije)
De strijd tegen terroristische propaganda op social media [en het recht op vrije meningsuiting]
Cour eur. D.H. n° 45581/15, 2 septembre 2021 (Sanchez / Frankrijk)
Cour eur. D.H. n° 45581/15, 2 septembre 2021 (Sanchez / Frankrijk)
Cass. (2e k.) AR P.20.0042.N, 15 september 2020 (P. L. / M. M. V.)
Het openbaarheidsvereiste bij het misdrijf laster
Cass. (1e k.) AR D.18.0015.N, 26 maart 2021 (D. / Psychologencommissie)
Het beroepsgeheim wanneer de patiënt slachtoffer is. Het doolhof van Cassatie
Cass. (2e k.) AR P.21.0837.N, 14 september 2021 (PROCUREUR DES KONINGS BIJ DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN / T B)
Een opleiding als bijzondere voorwaarde bij een probatie-uitstel
Cass. (2e k.) AR P.21.0653.N, 28 september 2021 (I A; B A)
Een uittreksel uit het strafregister tot bewijs van een eerdere veroordeling: voldoende om uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf te weigeren
Cass. (2e k.) AR P.21.1235.N, 19 oktober 2021 (E. A. N.)
Cass. (2e k.) AR P.21.0888.N, 23 november 2021 (M S)
Cass. (2e k.) AR P.21.0989.N, 30 november 2021 (J. D.)
Pol. Antwerpen (afd. Turnhout) nr. 2021/2982, 14 juni 2021
EHRM nr. 63703/19, 25 november 2021 (MUCHA / Slovakije)
EHRM nr. 38958/16, 2 november 2021 (W.A. / Zwitserland)
De teloorgang van het militaire strafrecht: over het nut van een apart strafrechtssysteem ter handhaving van de militaire operationaliteit in de 21e eeuw
Cour eur. D.H. n° 23314/19, 31 août 2021 (ÜÇDAG / Turkije)
Cour eur. D.H. n° 23314/19, 31 août 2021 (ÜÇDAG / Turkije)
De strijd tegen terroristische propaganda op social media [en het recht op vrije meningsuiting]
Cour eur. D.H. n° 45581/15, 2 septembre 2021 (Sanchez / Frankrijk)
Cour eur. D.H. n° 45581/15, 2 septembre 2021 (Sanchez / Frankrijk)
Cass. (2e k.) AR P.20.0042.N, 15 september 2020 (P. L. / M. M. V.)
Het openbaarheidsvereiste bij het misdrijf laster
Cass. (1e k.) AR D.18.0015.N, 26 maart 2021 (D. / Psychologencommissie)
Het beroepsgeheim wanneer de patiënt slachtoffer is. Het doolhof van Cassatie
Cass. (2e k.) AR P.21.0837.N, 14 september 2021 (PROCUREUR DES KONINGS BIJ DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN / T B)
Een opleiding als bijzondere voorwaarde bij een probatie-uitstel
Cass. (2e k.) AR P.21.0653.N, 28 september 2021 (I A; B A)
Een uittreksel uit het strafregister tot bewijs van een eerdere veroordeling: voldoende om uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf te weigeren
Cass. (2e k.) AR P.21.1235.N, 19 oktober 2021 (E. A. N.)
Cass. (2e k.) AR P.21.0888.N, 23 november 2021 (M S)
Cass. (2e k.) AR P.21.0989.N, 30 november 2021 (J. D.)
Pol. Antwerpen (afd. Turnhout) nr. 2021/2982, 14 juni 2021
EHRM nr. 63703/19, 25 november 2021 (MUCHA / Slovakije)
EHRM nr. 38958/16, 2 november 2021 (W.A. / Zwitserland)
Jaar
2022
Volume
2022
Nummer
1
Pagina
65
Taal
Nederlands
Rechtscollege
02/11/2021
Referentie
“EHRM nr. 38958/16, 2 november 2021 (W.A. / Zwitserland)”, TSTRAFRECHT 2022, nr. 1, 65-70
Samenvatting
Samenvatting 1 In casu gaat het om een strafrechtelijke procedure waarin uiteindelijk een maatregel van internering werd gelast ten aanzien van verzoeker – een man met ernstige psychiatrische problemen – nadat hij een straf van 20 jaar had uitgezeten wegens moord en opzettelijke doodslag. In de onderhavige heropende procedure is geen sprake van een nieuwe vaststelling van een strafbaar feit in een nieuwe beslissing. De procedure komt de facto neer op het opleggen van een aanvullende sanctie ter bescherming van de samenleving voor een strafbaar feit waarvoor verzoeker eerder is veroordeeld, zonder dat er sprake is van nieuwe elementen die de aard van het strafbare feit of de mate van schuld van verzoeker beïnvloeden. In deze omstandigheden was de maatregel van internering onverenigbaar met de doelstellingen van de oorspronkelijke veroordeling van verzoeker. De betrokken heropeningsprocedure heeft dan ook geen oorzakelijk verband doen ontstaan tussen de aanvankelijke veroordeling en de daaropvolgende internering. Aangezien verzoekers "veroordeling" oorspronkelijk geen bevel tot internering inhield, was er bijgevolg geen causaal verband tussen die veroordeling en verzoekers daaropvolgende internering in de zin van artikel 5 , lid 1, sub a, EVRM en was zijn hechtenis dus niet gerechtvaardigd op grond van die bepaling. Wat de vraag betreft of de daaropvolgende internering van verzoeker kon worden gerechtvaardigd op grond van artikel 5 , § 1, sub e, EVRM oordeelt het Hof dat verzoeker een "persoon van onbesproken gedrag" in de zin van die bepaling was. De nationale rechterlijke instanties in de onderhavige procedure hebben met name vastgesteld dat verzoeker leed aan een ernstige persoonlijkheidsstoornis en psychopathie en dat er wegens die toestand een zeer groot risico bestond dat hij bij zijn vrijlating nieuwe ernstige geweldsdelicten zou plegen. Internering wordt echter gewoonlijk op dezelfde wijze ten uitvoer gelegd als een gevangenisstraf en verzoeker is wel degelijk in een gewone gevangenis gedetineerd geweest. Verzoeker is dus niet gedetineerd in een instelling die geschikt is voor de detentie van geesteszieken. De plaatsing van een als geesteszieke gedetineerde in een instelling die geschikt is voor dergelijke patiënten, is zelfs vereist wanneer de toestand van de betrokkene niet voor behandeling vatbaar blijkt te zijn. Art. 5 , Recht op vrijheid en veiligheid - Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Samenvatting 2 Verzoeker, eerst veroordeeld tot een gevangenisstraf, klaagt aan dat het later bevel tot internering in strijd is met het verbod op bestraffing met terugwerkende kracht van artikel 7 , § 1 EVRM. Om te bepalen of de latere internering van verzoeker een "zwaardere" straf vormde "dan die welke ten tijde van het plegen van het strafbare feit van toepassing was", merkt het Hof op dat het ten tijde van verzoekers strafbare feiten niet mogelijk was om de internering te bevelen bij een beschikking met terugwerkende kracht die was gegeven nadat zijn veroordeling door de rechter onherroepelijk was geworden. Bij deze veroordeling was hoe dan ook geen internering gelast. Het daaropvolgende bevel tot internering van verzoeker komt derhalve neer op het opleggen van een zwaardere straf met terugwerkende kracht. Artikel 7 , lid 1 EVRM werd dan ook geschonden. Art. 7 , Geen straf zonder wet - Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Samenvatting 3 Verzoeker was in casu definitief veroordeeld, in de zin van artikel 4 , § 1 zevende aanvullend protocol EVRM, met name voor twee halsmisdrijven. Deze procedure was voorafgaand aan de bestreden procedure, waarin de Zwitserse strafrechter met betrekking tot dezelfde misdrijven een andere straf heeft opgelegd, namelijk internering achteraf. Artikel 4 , § 1 zevende aanvullend protocol EVRM aanvaardt een "heropening" van de zaak op grond van nieuwe of pas aan het licht gekomen feiten die zo significant zijn dat zij de "uitslag van de zaak" kunnen beïnvloeden. Bijgevolg leidt een "heropening" in de zin van artikel 4 , lid 2 zevende aanvullend protocol EVRM gewoonlijk tot de nietigverklaring van het oorspronkelijke vonnis van de strafrechter en tot een nieuwe beslissing over de tenlastelegging. De in casu aan de orde zijnde heropening vereiste geen nieuwe elementen die van invloed waren op de aard van de door verzoeker gepleegde strafbare feiten of de omvang van zijn schuld, en er was geen sprake van een nieuwe vaststelling van een tenlastelegging in een nieuwe beslissing, noch was het de bedoeling dat deze zou plaatsvinden. Bijgevolg werd de zaak van verzoeker niet heropend in de zin van artikel 4 , lid 2 zevende aanvullend protocol EVRM en werd dit artikel niet geschonden. Art. 4 , Recht om niet tweemaal te worden berecht of gestraft - Protocol nr. 7 van 22 november 1984 bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!