- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 7-8
- Artikel
- Revindicatie onroerend goed – Tegenwerpelijkheid van de hypothecaire overschrijving – Verkrijgende verjaring – Goede trouw – Verkorte termijn – Vertrouwensleer
Volume 2023 : 7
De (nog maar eens) nieuwe Notariswet "2023" - (tweeduizend drieëntwintig)
Kroniek Vlaamse erfbelasting 2022
Btw – Verlaagd tarief – Verbouwing – Renovatie of vernieuwbouw
Inbreng in vennootschap
Vereniging van mede-eigenaars – Vervreemding van gemeenschappelijke onroerende goederen – Artikel 577-7, § 1, 2, e) oud BW – Evenwicht tussen algemeen belang en de bescherming van het eigendomsrecht
Revindicatie onroerend goed – Exoneratieclausule in verband met de oppervlakte – Bestemming van de huisvader
Revindicatie onroerend goed – Tegenwerpelijkheid van de hypothecaire overschrijving – Verkrijgende verjaring – Goede trouw – Verkorte termijn – Vertrouwensleer
Ongerechtvaardigde verrijking – Bewijs aandelenbezit
Toebedeling na ontbinding en vereffening vennootschap – Toevallige onverdeeldheid – Toepassingartikel 815 (oud) BW
De (nog maar eens) nieuwe Notariswet "2023" - (tweeduizend drieëntwintig)
Kroniek Vlaamse erfbelasting 2022
Btw – Verlaagd tarief – Verbouwing – Renovatie of vernieuwbouw
Inbreng in vennootschap
Vereniging van mede-eigenaars – Vervreemding van gemeenschappelijke onroerende goederen – Artikel 577-7, § 1, 2, e) oud BW – Evenwicht tussen algemeen belang en de bescherming van het eigendomsrecht
Revindicatie onroerend goed – Exoneratieclausule in verband met de oppervlakte – Bestemming van de huisvader
Revindicatie onroerend goed – Tegenwerpelijkheid van de hypothecaire overschrijving – Verkrijgende verjaring – Goede trouw – Verkorte termijn – Vertrouwensleer
Ongerechtvaardigde verrijking – Bewijs aandelenbezit
Toebedeling na ontbinding en vereffening vennootschap – Toevallige onverdeeldheid – Toepassingartikel 815 (oud) BW
Jaar
2023
Volume
2023
Nummer
7-8
Pagina
544
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Gent, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 19/01/2023
Referentie
“Revindicatie onroerend goed – Tegenwerpelijkheid van de hypothecaire overschrijving – Verkrijgende verjaring – Goede trouw – Verkorte termijn – Vertrouwensleer”, TNot. 2023, nr. 7-8, 544-560
Samenvatting
Het revindicatierecht is, als attribuut van het onverjaarbaar eigendomsrecht, ook zelf onverjaarbaar zodat voor het bewijs van het eigendomsrecht het irrelevant is dat de koper na de aankoop steeds een andere kelder hebben gebruikt.
Deze overschrijving maakt de overdracht inroepbaar tegen derden. De vermelding in het hypothecair register wordt beschouwd als een feitelijk vermoeden ten gunste van de vermelde persoon. Ze laat vermoeden dat de koper effectief de eigenaar is.
De overschrijving zorgt voor de publiciteit die de rechtshandeling tegenwerpelijk maakt aan personen die niet bij de akte betrokken waren. Vanaf de overschrijving kan de titularis van een zakelijk recht, dat werd verworven door een rechtshandeling die in artikel 1 van de Hypotheekwet is vermeld, zich op dit recht beroepen tegenover derden
te goeder trouw.
Overeenkomstig artikel 2265 oud BW verwerft degene die te goeder trouw en op grond van een wettige titel een onroerend goed verkrijgt, daarvan de eigendom door verjaring na tien jaren, indien de ware eigenaar woont
binnen het rechtsgebied van het hof van beroep waarin het onroerend goed gelegen is en na twintig jaren, indien hij buiten dat gebied zijn woonplaats heeft. Voor de toepassing van artikel 2265 oud BW is vereist dat de bezitter te goeder trouw is. De goede trouw bestaat in het geloof van de bezitter, dat hij de zaak verkregen heeft van de
werkelijke eigenaar, die het recht had om de zaak over te dragen, terwijl dat in wezen niet het geval was. Vereist is dus dat de koper meent gehandeld te hebben met de ware eigenaar.
De verkorte termijn van verkrijgende verjaring strekt ertoe het feit ongedaan te maken dat de verkrijger, zonder dat hij het wist, zijn recht verkregen heeft van iemand die geen eigenaar is.
De toepassing van de vertrouwensleer vereist de vervulling van drie voorwaarden:
- er moet een schijntoestand bestaan die niet overeenstemt met de werkelijkheid;
- de schijntoestand moet toerekenbaar zijn aan diegene die de gevolgen van de schijn moet ondergaan;
- diegene die zich beroept op de schijntoestand moet te goeder trouw zijn. Hij wist of behoorde niet te weten dat de schijntoestand niet beantwoordde aan de werkelijke toestand.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!