- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 472
- Artikel
- Grondwettelijk Hof nr. 83/2022, 23 juni 2022 (prejudiciële vraag)
Volume 2022 : 472
Werkingsubsidies voor lokale besturen. Verdeeldheid over verdeelsleutels
Grondwettelijk Hof nr. 183/2021, 16 december 2021 (nv British American Tobacco Belgium)
Verstrenging tabakreclameverbod is grondwettelijk
Grondwettelijk Hof nr. 83/2022, 23 juni 2022 (prejudiciële vraag)
Over de moeizame erkenning van nieuwe gezinssamenstellingen [vermindering van de onroerende voorheffing bij co-ouderschap]
Antwerpen 14 oktober 2020
Staking van het gebruik van bedrijfsgeheimen, van een naam, en van de afwerving van personeel en cliënteel
Antwerpen 14 februari 2022
Buitencontractuele aansprakelijkheid notaris [de mogelijkheid een notaris aan te spreken in persoonlijke naam terwijl deze zijn ambt uitoefent binnen een vennootschap]
Corr. Liège (div. Liège) 10 novembre 2022
Homofobe beledigingen als vorm van seksisme
Werkingsubsidies voor lokale besturen. Verdeeldheid over verdeelsleutels
Grondwettelijk Hof nr. 183/2021, 16 december 2021 (nv British American Tobacco Belgium)
Verstrenging tabakreclameverbod is grondwettelijk
Grondwettelijk Hof nr. 83/2022, 23 juni 2022 (prejudiciële vraag)
Over de moeizame erkenning van nieuwe gezinssamenstellingen [vermindering van de onroerende voorheffing bij co-ouderschap]
Antwerpen 14 oktober 2020
Staking van het gebruik van bedrijfsgeheimen, van een naam, en van de afwerving van personeel en cliënteel
Antwerpen 14 februari 2022
Buitencontractuele aansprakelijkheid notaris [de mogelijkheid een notaris aan te spreken in persoonlijke naam terwijl deze zijn ambt uitoefent binnen een vennootschap]
Corr. Liège (div. Liège) 10 novembre 2022
Homofobe beledigingen als vorm van seksisme
Jaar
2022
Volume
2022
Nummer
472
Pagina
888
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 23/06/2022
Referentie
“Grondwettelijk Hof nr. 83/2022, 23 juni 2022 (prejudiciële vraag)”, NJW 2022, nr. 472, 888-892
Samenvatting
Samenvatting 1 Artikel 2.1.5.0.1 , § 1, 2°, lid 1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit voorziet een vermindering van onroerende voorheffing voor de woning die op 1 januari van het aanslagjaar wordt betrokken door een gezin met ten minste twee kinderen. Deze vermindering verhoogt naar gelang het aantal kinderen dat daar volgens het bevolkingsregister zijn woonplaats heeft. Wanneer ouders gescheiden zijn, maar volgens een co-ouderschapsregeling beiden de kinderen huisvesten, zijn deze kinderen in het bevolkingsregister ingeschreven bij één van beide ouders, zelfs al zouden beiden samen het ouderlijk gezag uitoefenen en hun kinderen op gelijkmatig verdeelde wijze huisvesten. Aldus kan de vermindering van onroerende voorheffing enkel worden toegekend aan de ouder waar de kinderen werden gedomicilieerd. Het Hof wordt gevraagd of dit onderscheid in overeenstemming is met de artikelen 10 en 11 van de GW. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de decreetgever om, wanneer hij een belasting heft, de vrijstellingen en de modaliteiten daarvan te bepalen. De decreetgever kan evenwel, zonder het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te schenden, geen vrijstellingen of verminderingen van belasting verlenen aan sommige belastingplichtigen en ze weigeren aan anderen die met hen vergelijkbaar zijn, indien dat verschil in behandeling niet objectief en redelijk verantwoord is. Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk bij welke ouder de kinderen in het bevolkingsregister zijn ingeschreven. Het loutere gegeven dat kinderen geen deel zouden uitmaken van het gezin van een belastingplichtige omdat zij niet bij hem zouden zijn gedomicilieerd, verantwoordt echter niet dat het voordeel van de vermindering van onroerende voorheffing die belastingplichtige onder geen enkele voorwaarde gedeeltelijk ten goede kan komen, wanneer beide ouders op gelijke wijze instaan voor de last van de kinderen, waarbij beiden hun kinderen werkelijk en op gelijkmatig verdeelde wijze huisvesten. De voorwaarde van domicilie is mede ingegeven door de bezorgdheid van de Vlaamse decreetgever om een effectieve controle te kunnen uitoefenen en de automatische toekenning van de vermindering toe te passen aan de hand van een authentieke gegevensbron. De decreetgever in fiscale zaken kan de verscheidenheid aan situaties opvangen in categorieën die, noodzakelijkerwijze, slechts bij benadering met de werkelijkheid overeenstemmen. Dit mag er echter niet toe leiden dat co-ouders die hun kinderen op gelijkmatig gedeelde wijze huisvesten en zich dus ten opzichte van de maatregel en het nagestreefde doel in een soortgelijke positie bevinden, van het voordeel van de vermindering worden uitgesloten louter omdat dit de automatische toekenning van de vermindering aan de hand van een authentieke gegevensbron zou bemoeilijken. Evenmin is het in het geding zijnde domiciliëringscriterium noodzakelijk om de effectieve controle op de toekenning van de vermindering te waarborgen. In zoverre het de co-ouder die de kinderen op gelijkmatig gedeelde wijze huisvest, onder geen enkele voorwaarde de mogelijkheid biedt om een gedeeltelijke vermindering van de onroerende voorheffing te genieten voor het onroerend goed dat hij betrekt, schendt art. 2.1.5.0.1 , § 1, 2° van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de artikelen 10 en 11 van de GW. Art. 2.1.5.0.1 , Vlaamse Codex Fiscaliteit Art. 10 , Gecoördineerde Grondwet Art. 11 , Gecoördineerde Grondwet Het tijdschrift «LRB» 2022, afl. 3-4, 109 vermeldt verkeerdelijk 28 juni 2022 als datum van het arrest.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!