- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 2
- Artikel
- VAPH – verjaring rechtstreekse vordering – art. 86 WLVO (artikel 150 Wet Verzekeringen 14 april 2014) – schorsing wegens minderjarigheid – stuiting – schorsing wegens onbekwaamverklaring – eigen stuitingsdaden VAPH Subrogatierecht – Art. 39 Oprichtingsdecreet 21 juni 2013 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin – art. 14, lid 4 decreet 7 mei 2004 – interpretatieve bepaling Omvang subrogatie – subsidies betaald aan instellingen. / Agence flamande pour les personnes handicapées – prescription de l’action directe – article 86 de la loi sur le contrat d’assurance terrestre (art. 150 de la loi sur les assurances du 14 avril 2014) – suspension de la prescription vis-à-vis du mineur – interruption de la prescrip prescription – suspension de la prescription visà- vis de l’interdit – actes d’interruption propres à l’Agence flamande Subrogation
Volume 2020 : 2
Wielergroep – art. 8.3. en 10.1.2. KB 1 december 1975 – risicoaanvaarding. / Groupe de cyclistes – art. 8.3 et 10.1.2. de l’AR portant le règlement général sur la police de la circulation routière – acceptation du risque.
Artikel 29bis WAM – bestuurder die voertuig verlaat. / Loi du 21 novembre relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – article 29bis – conducteur qui descend de son véhicule.
Verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen – art. 29bis WAM – aard van de subrogatoire vordering – betrokkenheid – eigenaar van geparkeerd voertuig die zich naar zijn voertuig begeeft. / Loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – article 29bis – nature de l’action subrogatoire – implication – propriétaire d’un véhicule stationné qui se rend vers sa voiture.
Art. 702, 3° en 861 Ger.W. – nietigheid dagvaarding – wijziging van de juridische grondslag Regresvordering – bewijs overeenkomst – art. 83 Wetboek Economisch Recht Verwijlintresten. / Art. 702, 3° et 861 du C. jud. – nullité de la citation – modification du fondement juridique Recours – preuve de l’existence de la convention – art. 83 du Code de droit économique Intérêts moratoires.
Verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen – regres – bevoegdheid van de politierechtbank – kennisgeving van het inzicht verhaal uit te oefenen – bewijs – afgifte van aangetekende zending – verzwijging – begrip opzet – gebruikelijke bestuurder – bij regres verwijlinterest vanaf ingebrekestelling. / Assurance obligatoire de la responsabilité civile automobile – recours – compétence du tribunal de police – notification du droit de recours – preuve – délivrance d'une lettre recommandée – dissimulation – notion d’intention – conducteur habituel – en cas d’action récursoire, intérêts moratoires à compter de la mise en demeure.
VAPH – verjaring rechtstreekse vordering – art. 86 WLVO (artikel 150 Wet Verzekeringen 14 april 2014) – schorsing wegens minderjarigheid – stuiting – schorsing wegens onbekwaamverklaring – eigen stuitingsdaden VAPH Subrogatierecht – Art. 39 Oprichtingsdecreet 21 juni 2013 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin – art. 14, lid 4 decreet 7 mei 2004 – interpretatieve bepaling Omvang subrogatie – subsidies betaald aan instellingen. / Agence flamande pour les personnes handicapées – prescription de l’action directe – article 86 de la loi sur le contrat d’assurance terrestre (art. 150 de la loi sur les assurances du 14 avril 2014) – suspension de la prescription vis-à-vis du mineur – interruption de la prescrip prescription – suspension de la prescription visà- vis de l’interdit – actes d’interruption propres à l’Agence flamande Subrogation
Art. 1382-1383 C. civ. – décès – capitalisation du dommage moral – indemnisation forfaitaire. / Art. 1382-1383 BW – overlijden – kapitalisatie morele schade – forfaitaire vergoeding.
Tableau Indicatif (2016) Frais médicaux: preuve par présomption Atteinte temporaire à la capacité ménagère – personne isolée – hospitalisation Incapacité ménagère – Aide de tiers (tarif 6,5 euros/ heure) Incapacité personnelle permanente (40 %) et incapacité ménagère permanente (25 %): capitalisation (taux 2 %) Incapacité économique permanente (30 %) – indemnisation forfaitaire Préjudice d’agrément Calcul des intérêts compensatoires – taux Frais d’expertise et frais de conseil. / Indicatieve Tabel (2016) Medische kosten: bewijs door vermoedens Aantasting tijdelijke huishoudelijke ongeschiktheid – alleenwonende persoon – hospitalisatie. Huishoudelijke ongeschiktheid – hulp van derden – tarief 6,5 euro/dag Blijvende persoonlijke (40 %) en huishoudelijke (25 %) ongeschiktheid: kapitalisatie (2 %) Blijvende economische ongeschiktheid (30 %) – forfaitaire vergoeding Genoegenschade Berekening
Strafrechtelijk gewijsde ten aanzien van burgerlijke rechter. / Autorité de la chose jugée au pénal vis-à-vis du juge civil.
Rechtsverwerking – verval van recht ten nadele van eiseres. / «Rechtsverwerking» – déchéance du droit d’action de la partie demanderesse.
Bevoegdheid – politierechtbank – vordering tot vergoeding van schade ontstaan uit een verkeersongeval – overeenkomst betreffende de schaderegeling – bevoegdheid politierechtbank. / Compétence – tribunal de police – demande d’indemnisation du dommage résultant d'un accident de la circulation – accord sur le règlement des dommages – compétence du tribunal de police.
[noot bij Arrondrb. West-Vlaanderen, 21 februari 2020] Nogmaals over de bevoegdheid van de politierechtbank: het (al dan niet contractuele) voorwerp van de vordering
Wielergroep – art. 8.3. en 10.1.2. KB 1 december 1975 – risicoaanvaarding. / Groupe de cyclistes – art. 8.3 et 10.1.2. de l’AR portant le règlement général sur la police de la circulation routière – acceptation du risque.
Artikel 29bis WAM – bestuurder die voertuig verlaat. / Loi du 21 novembre relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – article 29bis – conducteur qui descend de son véhicule.
Verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen – art. 29bis WAM – aard van de subrogatoire vordering – betrokkenheid – eigenaar van geparkeerd voertuig die zich naar zijn voertuig begeeft. / Loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – article 29bis – nature de l’action subrogatoire – implication – propriétaire d’un véhicule stationné qui se rend vers sa voiture.
Art. 702, 3° en 861 Ger.W. – nietigheid dagvaarding – wijziging van de juridische grondslag Regresvordering – bewijs overeenkomst – art. 83 Wetboek Economisch Recht Verwijlintresten. / Art. 702, 3° et 861 du C. jud. – nullité de la citation – modification du fondement juridique Recours – preuve de l’existence de la convention – art. 83 du Code de droit économique Intérêts moratoires.
Verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen – regres – bevoegdheid van de politierechtbank – kennisgeving van het inzicht verhaal uit te oefenen – bewijs – afgifte van aangetekende zending – verzwijging – begrip opzet – gebruikelijke bestuurder – bij regres verwijlinterest vanaf ingebrekestelling. / Assurance obligatoire de la responsabilité civile automobile – recours – compétence du tribunal de police – notification du droit de recours – preuve – délivrance d'une lettre recommandée – dissimulation – notion d’intention – conducteur habituel – en cas d’action récursoire, intérêts moratoires à compter de la mise en demeure.
VAPH – verjaring rechtstreekse vordering – art. 86 WLVO (artikel 150 Wet Verzekeringen 14 april 2014) – schorsing wegens minderjarigheid – stuiting – schorsing wegens onbekwaamverklaring – eigen stuitingsdaden VAPH Subrogatierecht – Art. 39 Oprichtingsdecreet 21 juni 2013 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin – art. 14, lid 4 decreet 7 mei 2004 – interpretatieve bepaling Omvang subrogatie – subsidies betaald aan instellingen. / Agence flamande pour les personnes handicapées – prescription de l’action directe – article 86 de la loi sur le contrat d’assurance terrestre (art. 150 de la loi sur les assurances du 14 avril 2014) – suspension de la prescription vis-à-vis du mineur – interruption de la prescrip prescription – suspension de la prescription visà- vis de l’interdit – actes d’interruption propres à l’Agence flamande Subrogation
Art. 1382-1383 C. civ. – décès – capitalisation du dommage moral – indemnisation forfaitaire. / Art. 1382-1383 BW – overlijden – kapitalisatie morele schade – forfaitaire vergoeding.
Tableau Indicatif (2016) Frais médicaux: preuve par présomption Atteinte temporaire à la capacité ménagère – personne isolée – hospitalisation Incapacité ménagère – Aide de tiers (tarif 6,5 euros/ heure) Incapacité personnelle permanente (40 %) et incapacité ménagère permanente (25 %): capitalisation (taux 2 %) Incapacité économique permanente (30 %) – indemnisation forfaitaire Préjudice d’agrément Calcul des intérêts compensatoires – taux Frais d’expertise et frais de conseil. / Indicatieve Tabel (2016) Medische kosten: bewijs door vermoedens Aantasting tijdelijke huishoudelijke ongeschiktheid – alleenwonende persoon – hospitalisatie. Huishoudelijke ongeschiktheid – hulp van derden – tarief 6,5 euro/dag Blijvende persoonlijke (40 %) en huishoudelijke (25 %) ongeschiktheid: kapitalisatie (2 %) Blijvende economische ongeschiktheid (30 %) – forfaitaire vergoeding Genoegenschade Berekening
Strafrechtelijk gewijsde ten aanzien van burgerlijke rechter. / Autorité de la chose jugée au pénal vis-à-vis du juge civil.
Rechtsverwerking – verval van recht ten nadele van eiseres. / «Rechtsverwerking» – déchéance du droit d’action de la partie demanderesse.
Bevoegdheid – politierechtbank – vordering tot vergoeding van schade ontstaan uit een verkeersongeval – overeenkomst betreffende de schaderegeling – bevoegdheid politierechtbank. / Compétence – tribunal de police – demande d’indemnisation du dommage résultant d'un accident de la circulation – accord sur le règlement des dommages – compétence du tribunal de police.
[noot bij Arrondrb. West-Vlaanderen, 21 februari 2020] Nogmaals over de bevoegdheid van de politierechtbank: het (al dan niet contractuele) voorwerp van de vordering
Jaar
2020
Volume
2020
Nummer
2
Pagina
80
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Oost-Vlaanderen, Politierechtbank - Tribunal de Police, 10/12/2019
Referentie
“VAPH – verjaring rechtstreekse vordering – art. 86 WLVO (artikel 150 Wet Verzekeringen 14 april 2014) – schorsing wegens minderjarigheid – stuiting – schorsing wegens onbekwaamverklaring – eigen stuitingsdaden VAPH Subrogatierecht – Art. 39 Oprichtingsdecreet 21 juni 2013 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin – art. 14, lid 4 decreet 7 mei 2004 – interpretatieve bepaling Omvang subrogatie – subsidies betaald aan instellingen. / Agence flamande pour les personnes handicapées – prescription de l’action directe – article 86 de la loi sur le contrat d’assurance terrestre (art. 150 de la loi sur les assurances du 14 avril 2014) – suspension de la prescription vis-à-vis du mineur – interruption de la prescrip prescription – suspension de la prescription visà- vis de l’interdit – actes d’interruption propres à l’Agence flamande Subrogation ”, T. Pol. / J.J.Pol. 2020, nr. 2, 80-94
Samenvatting
De verjaring van de rechtstreekse vordering tegen de verzekeraar op grond van artikel 29bis WAM en op grond van artikel 1382 BW werden beheerst door artikel 34, § 2 WLVO. De verjaring wordt geschorst ten voordele van de minderjarige en onbekwaamverklaarden voor wat hun rechtstreekse vordering tegen de verzekeraar betreft. Ten aanzien van de stuiting van de verjaringstermijn volstaat dat de verzekeraars aanvaarden dat zij tot vergoeding dienen over te gaan. Er dient geen eensgezindheid te bestaan over de omvang van de schadevergoeding. De gesubrogeerde dient zijn eigen stuitingsdaden te stellen. De rechtbank sluit zich aan bij het arrest van 16 februari 2017 waarbij het Grondwettelijk Hof oordeelde dat artikel 39 van het decreet van 21 juni 2013 een interpretatieve bepaling is. De betalingen dienen betrekking te hebben op de persoon. Dat zij aan een derde (instelling) werden betaald, noch onder welke vorm, heeft geen belang. *** *** *** La prescription de l’action directe contre l’assureur, fondée sur l’article 29bis de la loi 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs et de l’article 1382 C. civ., était régie par l’article 34, § 2 de la loi sur le contrat d’assurances terrestres de 1992. La prescription de l’action directe contre l’assureur est suspendue en faveur des mineurs et interdits. Quant à l’interruption de la prescription, il suffit que les assureurs acceptent d’indemniser la victime. Il n’est pas requis qu’il y ait un accord quant à l’étendue de l’indemnité. Le subrogé doit poser ses propres actes interruptifs de prescription. Le tribunal souscrit à l’arrêt de la Cour constitutionnelle du 16 février 2017 qui considère que l’article 39 du décret du 21 juin 2013 est une disposition interprétative. Les paiements doivent être relatifs à une personne. Il importe peu qu’ils aient été effectués à un tiers (institution). Les modalités de ces paiements sont aussi sans intérêt.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!