Volume 2016 : 2
Editoriaal. Themanummer beleidsevaluatie.
Beleidsevaluatie in woelige publieke wateren: een vooruitblik.
Verleden, heden en toekomst van milieubeleidsevaluatie in Vlaanderen.
Beleidsevaluatie ter ondersteuning van evidence-informed beleid in Onderwijs en Vorming.
Tussen wetenschap en kunst: beleidsevaluatie in het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie.
Evaluatie en monitoring in armoedebeleid.
Monitoring en evaluatie binnen het Vlaamse domein Werk en Sociale Economie.
Beleid, gebruik en invloed van evaluaties in de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Een blik op de Dienst Bijzondere Evaluatie.
Uitleiding. Beleidsevaluatie vandaag: een voorzichtige balans.
Editoriaal. Themanummer beleidsevaluatie.
Beleidsevaluatie in woelige publieke wateren: een vooruitblik.
Verleden, heden en toekomst van milieubeleidsevaluatie in Vlaanderen.
Beleidsevaluatie ter ondersteuning van evidence-informed beleid in Onderwijs en Vorming.
Tussen wetenschap en kunst: beleidsevaluatie in het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie.
Evaluatie en monitoring in armoedebeleid.
Monitoring en evaluatie binnen het Vlaamse domein Werk en Sociale Economie.
Beleid, gebruik en invloed van evaluaties in de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Een blik op de Dienst Bijzondere Evaluatie.
Uitleiding. Beleidsevaluatie vandaag: een voorzichtige balans.
Année
2016
Volume
2016
Numéro
2
Page
55
Langue
Néerlandais
Juridiction
Référence
F. DE MAESSCHALCK e.a., “Beleid, gebruik en invloed van evaluaties in de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Een blik op de Dienst Bijzondere Evaluatie.”, VTOM 2016, nr. 2, 55-62
Résumé
Verschillende vormen van federaal gefinancierde ontwikkelingssamenwerking worden sinds 2003 geëvalueerd door de Dienst Bijzondere Evaluatie. Deze dienst bezit een uitgesproken institutionele autonomie. Dat heeft een gunstige invloed op de verantwoordingsdimensie van evaluatie, maar het maakt ook dat evaluatiebevindingen moeilijker terugvloeien naar de betrokken ontwikkelingsactoren. Belemmerende factoren aan de vraagzijde zijn onder meer de weerstand die vaak gepaard gaat met externe evaluaties, een administratieve cultuur die niet bepaald gericht is op evidence-based beleid, en daarmee samengaand, beperkte interesse en incentieven om daadkrachtig aan de slag te gaan met evaluatiebevindingen. Maar ook aan de aanbodzijde dragen lacunes in de wijze waarop het wettelijke kader van de Dienst Bijzondere Evaluatie in praktijk wordt vertaald bij tot het zwakke gebruik van evaluaties. Zo sluit de evaluatiefocus vooralsnog onvoldoende nauw aan bij de reële noden en verwachtingen van de sector. En ook de communicatie met het parlement, de media en het ruimere publiek bieden ruimte voor verbetering. De vastgestelde belemmeringen aan zowel vraag- als aanbodzijde hebben in de eerste plaats een ongunstige invloed op het directe instrumentele gebruik van bevindingen en aanbevelingen van evaluaties. Andere, meer symbolische of conceptuele vormen van gebruik lijken wel aanwezig te zijn, maar vallen moeilijker te detecteren. Op basis van deze bevindingen worden enkele concrete pistes voorgesteld om te komen tot een breder gedragen evaluatiefocus en tot een sterkere invloed en gebruik van evaluatiebevindingen.