[1.] Tussengeschil - preferentiële overname - art. 1446 en 1447 BW - huwelijk van voor 1976 - geen verklaring voor handhaving [2.] Tussengeschil - vatbaarheid verdeling in natura

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 10
Artikel
[1.] Tussengeschil - preferentiële overname - art. 1446 en 1447 BW - huwelijk van voor 1976 - geen verklaring voor handhaving [2.] Tussengeschil - vatbaarheid verdeling in natura - beoordeling

Jaar 2022 Volume 2022 Nummer 10 Pagina 942 Taal Nederlands Rechtscollege Gent, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 02/09/2021 Referentie “[1.] Tussengeschil - preferentiële overname - art. 1446 en 1447 BW - huwelijk van voor 1976 - geen verklaring voor handhaving [2.] Tussengeschil - vatbaarheid verdeling in natura - beoordeling ”, TNot. 2022, nr. 10, 942-954 Samenvatting [1.] Daar waar de echtgenoten op 14 april 1972 zijn gehuwd onder het stelsel tot scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten ingevolge een prealabel huwelijkscontract van 13 april 1972 en niet blijkt dat zij na invoering van de wet van 14 juli 1976 een verklaring hebben afgelegd dat zij het bedongen huwelijksvermogensstelsel van voor deze wet wensten te handhaven, brengt dit met zich mee dat zij onderworpen werden aan de bepalingen van de artikelen 1415 tot 1426 (oud) BW voor alles wat betrekking heeft op het bestuur van de gemeenschap en van de eigen goederen, alsook aan de bepalingen van de artikelen 1408 tot 1414 (oud) BW betreffende de gemeenschappelijke schulden en de rechten van de schuldeisers doch niet aan de bepalingen van de artikelen 1446 en 1447 (oud) BW. In die optiek dient te worden besloten dat het bedoelde onroerend goed niet vatbaar is voor preferentiële overname met toepassing van de artikelen 1446 en 1447 (oud) BW. [2.] In beginsel geniet een verdeling in natura (bij voorkeur in lijn met voorstellen tot overname door de deelgenoten, gebeurlijk mits een opleg) de voorkeur boven de veiling dan wel de openbare verkoop aan een derde. Volgens dat beginsel is de veiling dan wel de openbare verkoop van niet-gevoeglijk in natura verdeelbare goederen slechts aan de orde wanneer voldoende gegevens voorliggen om te kunnen besluiten dat een verdeling in natura is uitgesloten (zie ook oud art. 1211, eerste lid Ger.W.) dan wel in geval van akkoord (art. 1209, § 3 Ger.W.). Deze onmogelijkheid kan blijken uit de notariële werkzaamheden (artt. 1224 en 1224/1 Ger.W.; vgl. oud art. 1217 Ger.W.), eventueel gevolgd door het verslag van een deskundige (vgl. oude artt. 1215 en 1220 Ger.W.). De verdeling in natura impliceert (zo mogelijk) de gelijksoortigheid van de kavels (artt. 577-2, § 8 juncto 832-833 BW, zoals nog van toepassing vóór de wet van 31 juli 2017 ‘tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijzingen van diverse andere bepalingen ter zake’, BS 1 september 2017, °1 september 2018), die desnoods middels lottrekking worden toegewezen (vgl. oude artt. 1206, vierde lid en 1219, § 1, eerste lid Ger.W.). De gelijksoortigheid van de kavels behelst een aspect van gelijkaardigheid en een aspect van gelijkwaardigheid, mede gelet op het aantal deelgenoten en bijgevolg het aantal te vormen kavels/loten. In casu liggen, mede gelet op de notariële werkzaamheden, voldoende gegevens voor om te kunnen besluiten dat een verdeling in natura van de vastgoedelementen is uitgesloten en veiling dan wel (openbare) verkoop ervan is aangewezen.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren