- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 10
- Artikel
- Definiëring (buiten)gewone schuldvorderingen in de opschorting (of hoe het heden het verleden is)
Volume 2019 : 10
Crisis, recht en verantwoordelijkheid
De impact van een dading op het recht op toegang tot een rechter: de exceptie van dading
Sancties voor onrechtmatige bedingen in ondernemingscontracten in het licht van de b2b-wet van 4 april 2019
Definiëring (buiten)gewone schuldvorderingen in de opschorting (of hoe het heden het verleden is)
De (provisionele) aangifte van schuldvordering ontleed
Cass., 18/01/2019, C.18.0321.N
La transmission de l'action en délivrance d'une chose non conforme du vendeur à l'acquéreur Commentaire de l'arrêt prononcé par la Cour de cassation le 18 janvier 2019
Cour de cassation (3e ch.), 11/03/2019, C.18.0399.F
Wanneer zwijgen bedrog wordt
Hof van Cassatie (1e k.), 01/02/2019, C.18.0208.N
La Cour de cassation fixe les limites de l'action en comblement de passif au profit de l'ONSS
Hof van Cassatie (1e k.), 10/05/2019, C.17.0397.N
De remediëring van afgeleide schade na de sluiting van het faillissement
Hof van Cassatie (1e k.), 10/05/2019, C.18.0564.N
Fake it, ‘till you make it': over de kwalificatie als boedelschuld na gerechtelijke reorganisatie
Orb. Antwerpen (afd. Antwerpen), 01/03/2019, N/19/00023
Tribunal de l'entreprise Liège (div. Namur), 26/03/2019, N/18/00078
Orb. Gent (afd. Brugge), 05/04/2019, Q/19/0002
Actualité : Cour d'appel Bruxelles, 13/12/2019
Actualité : Raad van State, 12/12/2019
Actualité : Europees Hof van Justitie, 05/09/2019
Actualité : Europees Hof van Justitie, 11/09/2019
Actualité : Hof van Cassatie, 25/11/2019
Crisis, recht en verantwoordelijkheid
De impact van een dading op het recht op toegang tot een rechter: de exceptie van dading
Sancties voor onrechtmatige bedingen in ondernemingscontracten in het licht van de b2b-wet van 4 april 2019
Definiëring (buiten)gewone schuldvorderingen in de opschorting (of hoe het heden het verleden is)
De (provisionele) aangifte van schuldvordering ontleed
Cass., 18/01/2019, C.18.0321.N
La transmission de l'action en délivrance d'une chose non conforme du vendeur à l'acquéreur Commentaire de l'arrêt prononcé par la Cour de cassation le 18 janvier 2019
Cour de cassation (3e ch.), 11/03/2019, C.18.0399.F
Wanneer zwijgen bedrog wordt
Hof van Cassatie (1e k.), 01/02/2019, C.18.0208.N
La Cour de cassation fixe les limites de l'action en comblement de passif au profit de l'ONSS
Hof van Cassatie (1e k.), 10/05/2019, C.17.0397.N
De remediëring van afgeleide schade na de sluiting van het faillissement
Hof van Cassatie (1e k.), 10/05/2019, C.18.0564.N
Fake it, ‘till you make it': over de kwalificatie als boedelschuld na gerechtelijke reorganisatie
Orb. Antwerpen (afd. Antwerpen), 01/03/2019, N/19/00023
Tribunal de l'entreprise Liège (div. Namur), 26/03/2019, N/18/00078
Orb. Gent (afd. Brugge), 05/04/2019, Q/19/0002
Actualité : Cour d'appel Bruxelles, 13/12/2019
Actualité : Raad van State, 12/12/2019
Actualité : Europees Hof van Justitie, 05/09/2019
Actualité : Europees Hof van Justitie, 11/09/2019
Actualité : Hof van Cassatie, 25/11/2019
Jaar
2019
Volume
2019
Nummer
10
Pagina
1211
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Referentie
F. DE LEO, “Definiëring (buiten)gewone schuldvorderingen in de opschorting (of hoe het heden het verleden is)”, RDC-TBH 2019, nr. 10, 1211-1230
Samenvatting
In deze bijdrage worden drie aspecten met betrekking tot de definiëring van (buiten)gewone schuldvorderingen in de opschorting, in het kader van gerechtelijke reorganisatieprocedures door collectief akkoord, behandeld. Ten eerste heeft de inwerkingtreding van Boek XX van het Wetboek van economisch recht (WER) in de rechtspraak tot onzekerheid geleid met betrekking tot de invulling van het begrip “(buiten)gewone schuldvorderingen in de opschorting”. Waar de definitie van voornoemd begrip onder de wet op de continuïteit van de ondernemingen (WCO) nog melding maakte van bijzondere voorrechten en hypotheken, maakt het WER “slechts” melding van zakelijke zekerheden. In deze bijdrage argumenteren we dat het begrip zakelijke zekerheden de bijzondere voorrechten en hypotheken omvat. Sterker nog, het begrip zakelijke zekerheden is in theorie ruimer dan de deelverzameling bijzondere voorrechten en hypotheken, zij het dat de rechtbanken en hoven in het verleden reeds alle andere zakelijke zekerheidsrechten (zoals pandrechten) hebben ondergebracht onder het begrip bijzondere voorrechten, zelfs al zijn pandrechten geen bijzonder voorrechten sensu strictu (maar wél zakelijke zekerheidsrechten). De wetgever heeft met de nieuwe definitie van (buiten)gewone schuldvorderingen in de opschorting dus gekozen voor een bewoording die theoretisch beter aansluit bij de reeds gevestigde praktijk. Het heden blijft m.a.w. hetzelfde als het verleden. Ten tweede bestond er lange tijd onenigheid over de vraag of een schuldvordering in de opschorting, gewaarborgd door een zakelijk zekerheidsrecht, in zijn geheel dan wel slechts ten belope van de waarde van het zekerheidsrecht als een buitengewone schuldvordering in de opschorting moet worden beschouwd. Boek XX WER brengt hierin duidelijkheid door de invoering van een watervalsysteem. Men kijkt naar de inschrijvings- of registratiewaarde van het zakelijk zekerheidsrecht; indien afwezig, naar de realisatiewaarde in going concern van het onderpand; of bij schuldvorderingen naar de boekhoudkundige waarde. De waterval is o.i. echter onvolmaakt: gelet op de beperkingen verbonden aan het afzonderingsrecht, is de eerste trap van de waterval (de inschrijvings- of registratiewaarde) steeds onderhevig aan de grenzen van de tweede trap (de realisatiewaarde in going concern). Ten derde hebben we de huidige opdeling in gewone en buitengewone schuldvorderingen in de opschorting getoetst aan de Europese richtlijn betreffende herstructurering en insolventie. Deze evaluatie leert ons dat het heden eigenlijk al het verleden is. We stellen immers vast dat de huidige Belgische opdeling niet volstaat wil men de richtlijn implementeren in de gerechtelijke reorganisatieprocedure door collectief akkoord. Leerstukken als de opdeling en stemming in klassen, de best-interests-of-creditors-test en de absolute/relative priority rule komen hierbij aan bod.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!