"De auteur behandelt de verschillende facetten van het intertemporeel recht op een meesterlijke wijze. Vertrekkend van heldere onderzoeksvragen, komt hij tot een stappenplan voor een duidelijke, voorspelbare en grondwetsconforme oplossing van intertemporele wetsconflicten. [...] De praktizijn vindt in dit boek een bijzonder nauwkeurige, kritische en omstandige analyse van het geldend intertemporeel recht. Het is een rechtmatige verwachting dat de diepgaande analyse van de discrepanties tussen de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en deze van het EHRM zal leiden tot een bijsturing van de rechtspraak van ons Belgische Grondwettelijk Hof. Dit boek toont de weg voor een herijking van het algemeen intertemporeel recht in het licht van hogere normen. Het zal dan ook voor de wetgever een belangrijke gids zijn."Prof. dr. Bernard Tilleman, Gewoon hoogleraar, decaan KU Leuven, en Prof. dr. Alain Laurent Verbeke, Gewoon hoogleraar KU
Leuven ----------------------------------------------------------------------------Wetgeving wijzigt, dat is de dag van vandaag duidelijker dan ooit. Bij elke wijziging rijst de vraag hoe de nieuwe wet in de tijd moet worden toegepast. Blijft de oude wet van toepassing op alle lopende situaties, en geldt de nieuwe alleen voor toekomstige situaties? Of is de nieuwe wet ook van toepassing op lopende situaties of zelfs op situaties uit het verleden? Men spreekt in dat verband van "intertemporele conflicten" of "wetsconflicten in de tijd". Een oplossing voor dergelijke conflicten vinden we in het intertemporeel recht. Het huidige intertemporeel recht is - zo stelt de auteur in dit boek vast - om twee redenen aan vernieuwing toe. Het is ten eerste technisch onderontwikkeld. Het werkt immers met vage en abstracte begrippen, zoals "retroactiviteit", "onmiddellijke werking" en "eerbiedigende werking". Die begrippen krijgen verschillende invullingen en zijn bepaald niet eenvoudig in de praktijk te brengen. Ten tweede is het intertemporeel recht in toenemende mate onderworpen aan vereisten die voortvloeien uit fundamentele rechten en beginselen, zoals het recht op een eerlijk proces, het eigendomsrecht, het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. Het huidige systeem, dat werd ontwikkeld in een tijd waarin van toetsing aan hogere normen nog veel minder sprake was, voldoet echter niet altijd aan die vereisten. Dit boek wil voor beide problemen een oplossing aanreiken. Eerst geeft de auteur een grondige beschrijving en analyse van het huidige intertemporeel recht, de techniek van het intertemporeel recht en de vereisten die voortvloeien uit voornoemde hogere normen. Hij baseert zich daarvoor op een uitgebreid onderzoek van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer. Naast het Belgische recht komen ook het Duitse, het Nederlandse en het Franse recht aan bod, alsook de rechtspraak van het EHRM. Vervolgens stelt de auteur een nieuwe methode voor om intertemporele conflicten op te lossen. Die methode wordt eerst uitgebreid beschreven en toegelicht. Daarna worden zowel het huidige systeem als de nieuwe methode gepresenteerd in een praktisch hanteerbaar stappenplan, dat aldus een schematisch overzicht vormt van het positief recht en een leidraad om de voorgestelde methode in de praktijk te brengen. In een laatste deel past de auteur zijn methode toe op intertemporele conflicten bij wijzigingen van aansprakelijkheidsregels en van interestregels.