Dit boek geeft een accuraat beeld van de werking van de sectorale arbitrage in België. De auteur onderzoekt of de sectorale arbitrageinstellingen erin geslaagd zijn om - buiten het gerecht om - een legitiem en efficiënt systeem van geschillenbeslechting te organiseren.Ze voert haar onderzoek aan de hand van een selectie van veertien sectorale arbitrage-instellingen. De standaarden voor efficiëntie en legitimiteit worden vastgelegd op basis van een diepgaand rechtsvergelijkend onderzoek van de rechtsleer, de wetgeving, deverdragen en de aanbevelingen inzake arbitrage. Als toetsingsgronden voor legitimiteit komen onder meer aan bod: het recht van verdediging, de wapengelijkheid, de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het scheidsgerecht, de redelijke termijn, de wilsautonomie.Criteria die een rol spelen in het onderzoek naar efficiëntie zijn: de snelheid, de kostprijs, de deskundigheid van de arbiters, de confidentialiteit, de noodzaak tot bijstand van een advocaat, de
doorzichtigheid. De auteur geeft een kritische commentaar op de praktijk en de reglementen van de respectieve sectorale arbitrageinstellingen.Ze formuleert ook een aantal bedenkingen bij het actuele Belgische arbitragerecht. Dit boek is niet alleen een gebruiksvriendelijke handleiding voor practici die in de aangehaalde sectoren actief zijn. Het is ook bijzonder nuttig voor juristen die interesse hebben voor arbitrage in het algemeen. Het boek geeft een praktisch overzicht van het arbitragerechtaan de hand van een aantal thema's die het chronologische verloop van een arbitrage weerspiegelen. Uit het classificeren en analyseren van meer dan 450 vonnissen en arresten volgt een duidelijk inzicht in wat de rechtspraak beschouwt als de aanvaardbare grenzen waarbinnen arbitrage zich afspeelt. Bijzondere aandacht gaat ook uit naar de rechten van de consument. Maud Piers studeerde aan de University of Miami (LL.M.) en aan de Universiteit Gent (licentiaat in de Rechten), waar zij in 2006 promoveerde tot doctor in de Rechten. Zij startte haar doctoraatsonderzoek in 2002 als aspirant van het FWO-Vlaanderen. De auteur werktvandaag als assistente aan de Universiteit Gent in het vakgebied rechtsvergelijking. Zij is ook advocaat aan de Gentse Balie bij het kantoor De Meulemeester & Partners.